Schleicht, spielende Wellen, und murmelt gelinde

Schleicht, spielende Wellen, und murmelt gelinde

BWV 206 uitgevoerd door de Nederlandse Bachvereniging
onder leiding van Jos van Veldhoven
Paushuize, Utrecht

  • Menu
  • 1. Schleicht, spielende Wellen (Chor)
  • 2. O glückliche Veränderung (Rezitativ)
  • 3. Schleuss des Janustempels Türen (Arie)
  • 4. So recht! beglückter Weichselstrom! (Tenor)
  • 5. Jede Woge meiner Wellen (Arie)
  • 6. Ich nehm zugleich (Rezitativ)
  • 7. Reis von Habsburgs (Arie)
  • 8. Verzeiht, bemooste (Rezitativ)
  • 9. Hört doch! (Arie)
  • 10. Ich muss, ich will gehorsam sein (Rezitativ)
  • 11. Die himmlische Vorsicht (Chor)

Achter de muziek

Verhaal
Verhaal
Achtergrondvideo's
Achtergrondvideo's
Teksten
Teksten
Credits
Credits

Watermuziek

Met vier rivieren in de hoofdrol wordt de verjaardag van Friedrich August gevierd

Bach feliciteerde met dit ‘dramma’ de keurvorst van Saksen en koning van Polen. Friedrich August resideerde in Dresden, maar in Leipzig was het gebruikelijk zijn verjaardag en andere hoffeesten mee te vieren.

In de tekst komen vier belangrijke, aan het huis van Saksen en Polen gelieerde rivieren aan het woord. Bach laat het water dan ook hoorbaar door alle delen van zijn cantate kabbelen en ruisen. De rivieren worden vertegenwoordigd door de vier solisten, van laag naar hoog, elk met een recitatief en een aria. De bas is de Weichsel (Wis?a), de grootste rivier van Polen. Hij bezingt August als vredestichter. De tenor is de Elbe, de stroom die ook de residentie Dresden aandoet. Hij zingt de Polen toe dat ze August wel even mogen lenen als koning, maar ze mogen hem niet houden want ‘Geborgt ist nicht geschenkt’. De alt volgt met de Donau, een verwijzing naar de Habsburgse familie van Augusts vrouw, Maria Josepha. Wellicht niet toevallig zet Bach bij de vermelding van Augusts huwelijk twee hobo’s d’amore (liefdeshobo’s) in. Het rijtje wordt afgesloten door de sopraan, die de Pleisse verbeeldt, de relatief kleine rivier die door Leipzig stroomt. Zij probeert de tegengestelde belangen van de verschillende erflanden met elkaar te verzoenen naar het voorbeeld van de harmonie van de zachte fluiten – drie maar liefst, een unicum in het werk van Bach – die haar begeleiden. Saksen en Polen moeten August broederlijk delen, en het trotse Habsburgse rijk moet zich aansluiten bij de lofzang.

Het geheel wordt omkaderd door een feestelijk openings- en slotkoor. Vóór het dansante slotkoor komen alle solisten nog een keer aan het woord in een recitatief. Een procedé uit de opera dat Bach ook in de Matthäus-Passion, BWV 244 gebruikte.

Bach was al in 1734 met deze cantate bezig. Friedrich August was toen net ook koning van Polen geworden. Toen de vorst te elfder ure aankondigde dat hij persoonlijk naar Leipzig kwam om zijn verjaardag te vieren, gaf Bach de voorkeur aan een ander werk. Misschien was Schleicht, spielende Wellen nog niet helemaal af. Het stuk werd uiteindelijk uitgevoerd in 1736 in Café Zimmermann. Ook een latere uitvoering (1740) is gedocumenteerd op de buitenlocatie van het café. 

BWV
206
Titel
Schleicht, spielende Wellen, und murmelt gelinde
Bijnaam
Dramma auf das Geburtsfest Augusts III, König von Polen, Kürfurst von Sachsen
Genre
cantates
Jaartal
1734-1736
Stad
Leipzig
Tekstdichter
onbekend, misschien Picander
Bestemming
verjaarsmuziek voor Friedrich August II, keurvorst van Saksen en koning van Polen (als Augustus III)
Eerste uitvoering
uitvoering 7 oktober 1736

Met steun van

Stichting Elise Mathilde Fonds, K.F. Hein Fonds

Achtergrondvideo's

Dirigent Jos van Veldhoven

“De Nederlandse Bachvereniging voerde deze cantate uit in de buitenlucht. Jos van Veldhoven legt uit waarom.”

Teksten

Origineel

1. Chor
Schleicht, spielende Wellen, und murmelt gelinde!
Nein, rauschet geschwinde,
dass Ufer und Klippe zum öftern erklingt!
Die Freude, die unsere Fluten erreget,
die jegliche Welle zum Rauschen beweget,
Durchreisset die Dämme,
worein sie Verwundrung und Schüchternheit zwingt.

2. Rezitativ: Weichsel (Bass)
O glückliche Veränderung!
Mein Fluss, der neulich dem Cocytus gliche,
weil er von toten Leichen
und ganz zerstückten Körpern langsam schliche,
wird nun nicht dem Alpheus weichen,
der das gesegnete Arkadien benetzte.
Des Rostes mürber Zahn
frisst die verworfnen Waffen an,
die jüngst des Himmels harter Schluss
auf meiner Völker Nakken wetzte.
Wer bringt mir aber dieses Glükke?
August,
der Untertanen Lust,
der Schutzgott seiner Lande,
vor dessen Zepter ich mich bükke,
und dessen Huld für mich alleine wacht,
bringt dieses Werk zum Stande.
Drum singt ein jeder, der mein Wasser trinkt:

3. Arie: Weichsel (Bass)
Schleuss des Janustempels Türen,
unsre Herzen öffnen wir.
Nächst den dir getanen Schwüren
treibt allein, Herr, deine Güte
unser reuiges Gemüte
zum Gehorsam gegen dir.

4. Rezitativ: Elbe (Tenor)
So recht! beglückter Weichselstrom!
Dein Schluss ist lobenswert,
wenn deine Treue nur mit meinen Wünschen stimmt,
und nicht etwann mir gar
den König nimmt.
Geborgt ist nicht geschenkt:
du hast den gütigsten August von mir begehrt,
dess holde Mienen das Bild des grossen Vaters weisen,
den hab ich dir geliehn,
verehren und bewundern sollst du ihn,
nicht gar aus meinem Schoss und Armen reissen.
Dies schwöre ich,
o Herr! bei deines Vaters Asche,
bei deinen Siegs- und Ehrenbühnen.
Eh sollen meine Wasser sich
noch mit dem reichen Ganges mischen
und ihren Ursprung nicht mehr wissen.
Eh soll der Malabar
an meinen Ufern fischen,
ich will ganz und gar dich,
teuerster Augustus, missen.

5. Arie: Elbe (Tenor)
Jede Woge meiner Wellen
ruft das göldne Wort August!
Seht, Tritonen, muntre Söhne,
wie von nie gespürter Lust
meines Reiches Fluten schwellen,
wenn in dem Zurükkeprallen
dieses Namens süsse Töne
hundertfältig widerschallen.

6. Rezitativ: Donau (Alt)
Ich nehm zugleich an deiner Freude teil,
betagter Vater vieler Flüsse!
Denn wisse, dass ich ein grosses Recht
auch mit an deinem Helden habe.
Zwar blick ich nicht dein Heil,
so dir dein Salomo gebiert,
mit scheelen Augen an,
weil Karlens Hand,
des Himmels seltne Gabe,
bei uns den Reichsstab führt.
Wem aber ist wohl unbekannt,
wie noch die Wurzel jener Lust,
die deinem gütigsten Trajan
von dem Genuss der holden Josephine
allein bewusst, an meinen Ufern grüne?

7. Arie: Donau (Alt)
Reis von Habsburgs hohem Stamme,
deiner Tugend helle Flamme
kennt, bewundert, rühmt mein Strand.
Du stammst von den Lorbeerzweigen,
drum muss deiner Ehe Band
auch den fruchtbarn Lorbeern gleichen.

8. Rezitativ: Pleisse (Sopran)
Verzeiht, bemooste Häupter starker Ströme,
wenn eine Nymphe euren Streit
und euer Reden störet.
Der Streit ist ganz gerecht;
die Sache gross und kostbar, die ihn nähret.
Mir ist ja wohl Lust annoch bewusst,
und meiner Nymphen frohes Scherzen,
so wir bei unsers Siegeshelden Ankunft spürten,
der da verdient,
dass alle Untertanen ihre Herzen,
denn Hekatomben sind zu schlecht,
ihm her zu einem Opfer führten.
Doch hört, was sich mein Mund erkühnt,
euch vorzusagen:
du, dessen Flut der Inn und Lech vermehren,
du sollt mit uns dies Königspaar verehren,
doch uns dasselbe gänzlich überlassen.
Ihr beiden andern sollt euch brüderlich vertragen
und, müsst ihr diese doppelte Regierungssonne
auf eine Zeit, doch wechselsweis, entbehren,
euch in Geduld und Hoffnung fassen.

9. Arie: Pleisse (Sopran)
Hört doch! der sanften Flöten Chor
erfreut die Brust, ergötzt das Ohr.
Der unzertrennten Eintracht Stärke
macht diese nette Harmonie
und tut noch grössre Wunderwerke,
dies merkt und stimmt
doch auch wie sie!

10. Rezitativ
Weichsel (Bass)
Ich muss, ich will gehorsam sein.
Tenor (Elbe)
Mir geht die Trennung bitter ein,
doch meines Königs Wink gebietet meinen Willen.
Alt (Donau)
Und ich bin fertig, euren Wunsch,
so viel mir möglich, zu erfüllen.
Sopran (Pleisse)
So krönt die Eintracht euren Schluss.
Doch schaut,
wie kommt's, dass man an eueren Gestaden
so viel Altäre heute baut?
Was soll das Tanzen der Najaden?
Ach! irr ich nicht,
so sieht man heut das längst gewünschte Licht
in frohem Glanze glühen,
das unsre Lust,
den gütigsten August,
der Welt und uns geliehen.
Ei! nun wohlan!
Da uns Gelegenheit und Zeit
die Hände beut,
so stimmt mit mir noch einmal an:

11. Chor
Die himmlische Vorsicht der ewigen Güte
beschirme dein Leben, durchlauchter August!
So viel sich nur Tropfen in heutigen Stunden
in unsern bemoosten Kanälen befunden,
umfange beständig dein hohes Gemüte
vergnügen und Lust!


Vertaling

1. Koor
Kruip, spelende golven, en ruis kalm!
Nee, raas nu snel,
opdat oever en klip menigmaal weergalmen!
De vreugde die onze wateren beroert,
die iedere golf tot razen voert,
doorbreekt de dammen, waarin
verwondering en bedeesdheid haar doen talmen.

2. Recitatief: Wisla
O gelukkige verandering!
Mijn rivier, die onlangs op de Cocytus leek,
omdat zij door dode lijken
en volledig uiteengereten lichamen langzaam gleed,
zal nu niet voor de Alpheüs wijken,
die het gezegende Arcadië van water voorzag.
De verweerde tand van het roest
vreet de verlaten wapens aan,
die onlangs nog de harde wil des hemels
aan de nekken van mijn volkeren scherpte.
Maar wie brengt mij dit geluk?
Augustus,
vreugde van de onderdanen,
de beschermgod van zijn land,
voor wiens scepter ik mij buig
en wiens genade alleen over mij waakt,
bracht dit werk tot stand.
Daarom zingt eenieder die mijn water drinkt:

3. Aria: Wisla
Sluit de deuren van de Janustempel,
onze harten openen wij.
Naast de geloften aan u afgelegd,
heer, beweegt alleen uw goedheid
ons berouwvolle gemoed
tot gehoorzaamheid aan u.

4. Recitatief: Elbe
Goed zo! Gelukkige Wisla!
Uw conclusie is lovenswaardig
mits uw trouw met mijn wensen strookt
en mij niet van
mijn koning berooft.
Lenen is geen schenken:
u hebt de edelmoedige Augustus van mij verlangd,
wiens vriendelijke gelaatstrekken gelijkenis tonen met zijn grote vader.
Hem heb ik u geleend.
Vereren en bewonderen moet u hem,
maar niet uit mijn schoot en armen scheuren.
Dit zweer ik, o heer, op uw vaders as,
op de triomf van uw overwinningen:
eerder nog zal mijn water zich
met de rijke Ganges vermengen
en haar oorsprong niet meer kennen,
eerder nog zal Malabar
aan mijn oevers vissen
dan dat ik u, o dierbare Augustus,
geheel en al wil missen.

5. Aria: Elbe
Iedere deining van mijn golven
roept het gouden woord Augustus!
Zie, tritonen, montere zonen,
hoe de nooit ervaren vreugde
de wateren van mijn rijk doet zwellen,
wanneer in de echoklanken
de zoete tonen van deze naam
in honderdvoud weergalmen.

6. Recitatief: Donau
Ik deel ook in uw vreugde,
oude vader van veel rivieren!
Want besef wel dat ook ik veel
recht kan doen gelden op uw held.
Weliswaar zie ik uw heil
die uw Salomon u bereidt
niet met scheve ogen aan,
daar Karels hand,
het uitzonderlijke geschenk des hemels,
bij ons de scepter voert.
Maar wie weet niet
dat de wortel van de vreugde,
die aan uw edelmoedige Trajanus
dankzij het genot van de lieftallige Josephine 
alleen bekend is, nog aan mijn oevers groeit?

7. Aria: Donau
Twijg van Habsburgs hoge stam,
de heldere vlam van uw deugd
kent, bewondert, roemt mijn oevers.
U stamt van de lauriertwijgen.
Daarom moet ook uw huwelijksband
op de vruchtbare laurier gelijken.

8. Recitatief: Pleisse
Vergeef me, bedaagde hoofden van machtige rivieren,
dat een nimf uw twist en uw gesprek verstoort.
De twist is zeer gerechtvaardigd,
groot en kostbaar de kwestie die hem voedt.
Ik herinner me nog goed de vreugde
en het uitgelaten plezier van mijn nimfen
die wij bij aankomst van onze zegevierende held voelden.
Hij verdient hetdat alle onderdanen hun harten
- want hecatomben zijn te pover - aan hem als offer schenken.
Maar hoor wat mijn mond zich verstout
u voor te leggen: U, wiens stroom gevoed wordt door Inn en
Lech, u moet met ons dit koningspaar vereren, maar dit volledig aan ons overlaten.
U, de twee andere rivieren, moet u broederlijk verdragen en wanneer u
de stralen van deze dubbele regeringszon voor een tijd, maar om beurten, moet ontberen,
draag dit dan met geduld en hoop.

9. Aria: Pleisse
Hoor nu! Het koor van zachte fluiten
verblijdt het gemoed en streelt het oor.
De kracht van de onverdeelde eenheid
zorgt voor deze fraaie harmonie
en verricht nog grotere wonderen.
Neem dit ter harte en
wees ook gelijkgezind!

10. Recitatief
Wisla

Ik moet, ik wil gehoorzaam zijn.
Elbe
Deze scheiding is bitter voor mij,
maar het bevel van mijn koning regeert mijn wil.
Donau
En ik ben klaar om uw wens,
zoveel als mogelijk, te vervullen.
Pleisse
Moge eendracht uw instemming bekronen.
Maar kijk,
hoe komt het dat men aan uw oevers
nu zoveel altaren bouwt?
Waarom dansen de Najaden?
Ach! Als ik mij niet vergis,
dan ziet men nu het lang gewenste licht
in heuglijke glans gloeien,
dat onze vreugde,
de edelmoedige Augustus,
aan de wereld en ons schenkt.
Ei! Welaan!
Nu de gelegenheid en tijd
zich voordoet,
zing nog eenmaal met mij mee:

11. Koor
Moge de hemelse voorzienigheid
in haar eeuwige goedheid uw leven beschermen, doorluchte Augustus! Zoveel als de druppels die zich op dit moment in onze bemoste kanalen bevinden,
zo moge uw edel gemoed altijd omgeven zijn door genot en vreugde!


Credits

  • Publicatiedatum
    23 september 2016
  • Opnamedatum
    10 juni 2016
  • Locatie
    Paushuize, Utrecht
  • Dirigent
    Jos van Veldhoven
  • Sopraan
    Maria Keohane
  • Alt
    Maarten Engeltjes
  • Tenor
    Thomas Hobbs
  • Bas
    Matthew Brook
  • Ripiënisten sopraan
    Orlanda Velez Isidro, Klaartje van Veldhoven, Marjon Strijk, Hilde van Ruymbeke
  • Ripiënisten alt
    Barnabás Hegyi, Elsbeth Gerritsen, Gemma Jansen, Marleene Goldstein
  • Ripiënisten tenor
    Ronald Threels, Kevin Skelton, Diederik Rooker, René Veen
  • Ripiënisten bas
    Donald Bentvelsen, Matthew Baker, Martijn de Graaf Bierbrauwer, Pierre-Guy Le Gall White
  • Viool 1
    Shunske Sato, Pieter Affourtit, Annabelle Ferdinand, Hanneke Wierenga
  • Viool 2
    Sayuri Yamagata, Anneke van Haaften, Paulien Kostense
  • Altviool
    Staas Swierstra, Deirdre Dowling
  • Cello
    Lucia Swarts, Richte van der Meer
  • Contrabas
    Robert Franenberg
  • Traverso
    Marten Root, Doretthe Janssens, Aysha Wills
  • Hobo
    Martin Stadler, Peter Frankenberg
  • Fagot
    Benny Aghassi
  • Trompet
    Robert Vanryne, Fruzsina Hara, Mark Geelen
  • Pauken
    Peppie Wiersma
  • Klavecimbel
    Siebe Henstra
  • Cameraregie en montage
    Simon Aarden
  • Muziekopname
    Frank Mathijssen
  • Audiomontage en -mixage
    Myrthe van Dijk, Hans Brouwer
  • Muziekregie
    Myrthe van Dijk
  • Camera
    Jochem Timmermans, Merijn Vrieling, Emiel Jansen
  • Licht
    Zen Bloot
  • Regie-assistentie
    Ferenc Soetman
  • Audiotechniek
    Dylan Rosenkamp, Tim van Dijk
  • Beeldtechniek
    Vincent Nugteren
  • Beeldmontage
    Pjotr 's Gravesande
  • Stagiair beeld
    Dennis den Hartog
  • Stagiair nep
    Leon Mignon
  • Team eng
    Justin Mutsaers, Chris Reichgelt
  • Datahandler
    Jesper Blok
  • Hoofd techniek
    Marco Korzelius
  • Licht assistentie
    Patrick Galvin, Sam Vis, Dicky Bloemraad
  • Projectmanager NEP
    Peter Ribbens
  • Interview
    Onno van Ameijde, Marloes Biermans
  • Productie concert
    Imke Deters, Marco Meijdam
  • Producent opname
    Jessie Verbrugh
  • Met steun van
    Stichting Elise Mathilde Fonds, K.F. Hein Fonds

Help ons All of Bach te voltooien

Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!