Ich glaube, lieber Herr, hilf meinem Unglauben

Ich glaube, lieber Herr, hilf meinem Unglauben

BWV 109 uitgevoerd door de Nederlandse Bachvereniging
onder leiding van Shunske Sato
Waalse Kerk, Amsterdam

  • Menu
  • 1. Ich glaube, lieber Herr (Chor)
  • 2. Des Herren Hand (Rezitativ)
  • 3. Wie zweifelhaftig (Arie)
  • 4. O fasse dich (Rezitativ)
  • 5. Der Heiland kennet (Arie)
  • 6. Wer hofft in Gott (Choral)

Achter de muziek

Verhaal
Verhaal
Teksten
Teksten
Credits
Credits

Hart onder de riem

In het begin klinkt twijfel, aan het einde onwankelbaar vertrouwen

De vader van een jongen die aan epileptische aanvallen lijdt, vraagt Jezus om hulp. Die antwoordt dat alles mogelijk is voor wie gelooft. Daarop zegt de vader van de zieke jongen: “Ik geloof, lieve Heer, kom mijn ongeloof te hulp!”.
Met deze woorden opent Bach zijn cantate uit oktober 1723. Er klinkt dubbelzinnigheid en twijfel in door, net als in het erop volgende recitatief van de tenor en met name in de aria met haar wankelmoedige ritmes en onzekere harmonieën.

Twijfel aan het geloof werd steeds actueler in Bachs tijd. Het atheïsme was een grote zorg voor veel theologen. Bach zelf had Johannes Müllers Atheismus devictus (“Het atheïsme overwonnen”) in zijn bibliotheek, een “uitvoerig bericht van atheïsten, godsverachters, bijbelschenders, religiebespotters”, uit 1672.

In het jaar dat Bach deze cantate schreef, speelde vlakbij Leipzig een beruchte kwestie. Aan de universiteit van Halle had een wiskundeprofessor die zich met filosofie bezighield in 1721 voor duizend toehoorders een lezing gegeven over Chinese filosofie. Deze Christian Wolff betoogde dat de Chinezen met hun confucianisme net zo moreel en ethisch hoogstaand konden leven als Christenen. De impliciete boodschap: geloof in een god was niet nodig om een goed mens te zijn. Een rel was geboren en een jarenlang debat met bijna driehonderd polemische geschriften was het gevolg. Tegenstanders beschuldigden Wolff ervan stiekem een atheïst te zijn.

In de cantate steekt de alt de twijfelaar een hart onder de riem: God staat hem bij in de strijd zodat het geloof uiteindelijk overwint. En waar je aan het slot van de cantate een simpel koraal verwacht, klinkt ineens een groots opgezette bewerking met opgewonden orkestbegeleiding. Het is een van de oudste lutherse gezangen en de tekst getuigt van onwankelbaar godsvertrouwen.

In november 1723, kort nadat deze cantate klonk, werd Christian Wolff ontslagen en verbannen uit Pruisisch gebied. Maar in 1740 keerde hij op verzoek van Frederik de Grote triomfantelijk en met een riant salaris terug naar Halle.

BWV
109
Titel
Ich glaube, lieber Herr, hilf meinem Unglauben
Genre
cantates
Jaartal
1723
Stad
Leipzig
Tekstdichter
onbekend, koraal van Lazarus Spengler
Bestemming
Eenentwintigste zondag na Trinitatis
Eerste uitvoering
17 oktober 1723

Met steun van

Achtergrondvideo's

Teksten

Origineel

1. Chor
“Ich glaube, lieber Herr, hilf meinem Unglauben!”

2. Rezitativ (Tenor)
Des Herren Hand 
ist ja noch nicht verkürzt,
mir kann geholfen werden.
Ach nein! Ich sinke schon zur Erden
vor Sorge, daß sie mich zu Boden stürzt.
Der Höchste will, sein Vaterherze bricht.
Ach nein! Er hört die Sünder nicht.
Er wird, er muß dir bald zu helfen eilen,
um deine Not zu heilen.
Ach nein! Es bleibet mir 
um Trost sehr bange,
ach Herr, wie lange?

3. Arie (Tenor)
Wie zweifelhaftig ist mein Hoffen,
wie wanket mein geängstigt Herz!
Des Glaubens Docht 
glimmt kaum hervor,
es bricht dies fast zerstoßne Rohr,
die Furcht macht stetig neuen Schmerz.

4. Rezitativ (Alto)
O fasse dich, du zweifelhafter Mut,
weil Jesus itzt noch Wunder tut!
Die Glaubensaugen werden schauen
das Heil des Herrn;
scheint die Erfüllung allzufern,
so kannst du doch auf die Verheißung bauen.

5. Arie (Alto)
Der Heiland kennet ja die Seinen,
wenn ihre Hoffnung hülflos liegt.
Wenn Fleisch und Geist in ihnen streiten,
so steht er ihnen selbst zur Seiten,
damit zuletzt der Glaube siegt.

6. Choral
Wer hofft in Gott und dem vertraut,
der wird nimmer zu Schanden;
denn wer auf diesen Felsen baut,
ob ihm gleich geht zu Handen
viel Unfalls hie, hab ich doch nie
den Menschen sehen fallen,
der sich verläßt auf Gottes Trost;
er hilft sein' Gläubgen allen.

Vertaling

1. Koor
“Ik geloof, lieve Heer, kom mijn ongeloof te hulp!”

2. Recitatief (tenor)
De hand van de Heer
heeft haar kracht immers nog niet verloren;
ik kan nog geholpen worden.
Ach nee, ik krimp in elkaar van angst
dat die hand mij op de grond gooit.
De Allerhoogste wil het, zijn vaderhart breekt.
Ach nee, hij hoort de zondaars niet.
Hij zal, hij moet je snel te hulp komen
om je nood te lenigen.
Ach nee, ik ben nog steeds erg bang 
dat er geen troost komt,
ach Heer, hoe lang nog?

3. Aria (tenor)
Hoeveel twijfel zit er in mijn hoop,
wat wankelt mijn bange hart!
Het kaarsje van mijn geloof
flakkert nauwelijks meer,
het al bijna geknakte riet breekt,
de angst zorgt steeds voor nieuwe pijn.

4. Recitatief (alt)
O, kom tot bedaren, twijfelend gemoed,
want Jezus doet nog steeds wonderen!
De ogen van het geloof zullen
het heil van de Heer zien;
al lijkt de vervulling ver weg,
op de belofte kun je bouwen.

5. Aria (alt)
De Heiland kent immers de zijnen
als hun hoop totaal verzwakt is.
Als vlees en geest in hen met elkaar vechten,
dan staat hijzelf hen bij,
zodat uiteindelijk het geloof overwint.

6. Koraal
Wie op God hoopt en op hem vertrouwt,
die zal nooit te schande staan;
want de mens die op die rots bouwt
en op Gods troost vertrouwt,
ook al overkomt hem hier
veel rampspoed,
heb ik nog nooit zien vallen;
hij helpt al zijn gelovigen.

vertaling © Ria van Hengel

Credits

  • Publicatiedatum
    21 juli 2022
  • Opnamedatum
    28 mei 2021
  • Locatie
    Waalse Kerk, Amsterdam
  • Viool en leiding
    Shunske Sato
  • Alt
    Alex Potter
  • Tenor
    Daniel Johannsen
  • Ripieno sopraan
    Lauren Armishaw, Marta Paklar, Amelia Berridge
  • Ripieno alt
    Sofia Gvirts, Bernadett Nagy
  • Ripieno tenor
    Adriaan de Koster, Immo Schröder
  • Ripieno bas
    Matthew Baker, Pierre-Guy Le Gall White, Michiel Meijer
  • Viool 1
    Sayuri Yamagata, Annelies van der Vegt, Andrew Wong
  • Viool 2
    Pieter Affourtit, Anneke van Haaften, Manja Kruidhof-Okkerse
  • Altviool
    Staas Swierstra, Deirdre Dowling
  • Cello
    Lucia Swarts, Barbara Kernig
  • Contrabas
    Robert Franenberg
  • Hobo
    Rodrigo Lopez Paz, Katharina Verhaar
  • Fagot
    Benny Aghassi
  • Trompet
    Robert Vanryne
  • Klavecimbel
    Siebe Henstra
  • Orgel
    Leo van Doeselaar
  • Regie en camera
    João MB Costa
  • Muziekopname
    Guido Tichelman, Bastiaan Kuijt, Pim van der Lee
  • Audiomontage en -mix
    Guido Tichelman
  • Camera
    Santiago Rodriguez, Milo McCafferty, Oscar Widl, Enzo Dumettier
  • Licht
    Zen Bloot
  • Grip
    Patrick Galvin, Harm Bredero, Sven Deen
  • Regieassistent
    Santiago Rodriguez
  • Beeldmontage
    Rob Gradisen, Robin van Erven Dorens
  • Assistent audioregie
    Marloes Biermans
  • Productie concert
    Imke Deters
  • Productie opname
    Jessie Verbrugh
  • Met steun van
    MWH4impact

Help ons All of Bach te voltooien

Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!