Liebster Gott, wenn werd ich sterben

Liebster Gott, wenn werd ich sterben

BWV 8 uitgevoerd door de Nederlandse Bachvereniging
onder leiding van Shunske Sato
Grote Kerk, Naarden

  • Menu
  • 1. Liebster Gott, wenn werd ich sterben? (Chor)
  • 2. Was willst du dich, mein Geist (Arie)
  • 3. Zwar fühlt mein schwaches Herz (Rezitativ)
  • 4. Doch weichet, ihr tollen (Arie)
  • 5. Behalte nur, o Welt (Rezitativ)
  • 6. Herrscher über Tod und Leben (Choral)

Achter de muziek

Verhaal
Verhaal
Teksten
Teksten
Credits
Credits

Klokkengelui

De klokken, bellen en raderwerken in deze cantate verbeelden de (on)zekerheid over de dood

Hoewel in de tekst van deze cantate nergens letterlijk een klok wordt genoemd, is de muziek toch van klokkengeluid doordrongen. Bij teksten over dood en sterven is dat bij Bach niet ongewoon. Hij leefde immers, net als bijna iedereen in Europa in die tijd, in een wereld waarin klokgelui precieze boodschappen communiceerde en mechanische klokken de tijd aangaven.

Het openingskoor wordt bepaald door de eerste twee gedachtes in de tekst: eentje van onzekerheid (“Wanneer zal ik sterven?”) en eentje van zekerheid (“de tijd loopt altijd door”). Die tweede gedachte leidt tot een raderwerk waarin de strijkers en het basso continuo als het mechaniek in een klok onverbiddelijk de tijd wegtikken. De onzekerheid over wanneer we sterven klinkt daarentegen in de oboe d’amores. Op verschillende plekken kleuren die de harmonie opeens onverwacht naar mineur. En om dat idee helemaal duidelijk te maken doet Bach hetzelfde ook in de openingszin van het koor, precies op het woord “sterben”.

Maar het meest opvallende element is de fluit die zich boven alles uit als een schel klingelend klokje laat horen. Dit is geen grote kerkklok, maar een klein handbelletje  – een zogenaamd Loretto- of Antoniusklokje – dat werd gebruikt als iemand op sterven lag. Door het rond het bed van de stervende te laten klinken werden boze geesten verdreven, zo luidde het volksgeloof.

In de tenoraria die volgt blijven we in een zelfde klankwereld: het getokkelde basso continuo doet nog steeds denken aan een bel of klokmechaniek. Maar nu rept de tekst ook expliciet over wat de ziel doet “als het laatste uur geslagen heeft” (en horen we dat ‘slaan’ ook letterlijk in de zangpartij). De zorgen verdwijnen pas in de basaria, die, niet toevallig, als enige deel van de cantate duidelijk een dansvorm heeft. Het klokje heeft zijn werk als verdrijver van boze geesten gedaan en is weer gewoon een zorgeloos vrolijke fluit.

BWV
8
Titel
Liebster Gott, wenn werd ich sterben
Instrument
alt, bas, sopraan, tenor, blokfluit
Genre
cantates
Jaartal
1724
Stad
Leipzig
Bestemming
16e zondag na Trinitatis
Eerste uitvoering
24 september 1724

Ter nagedachtenis aan

Wendy Wallace

Achtergrondvideo's

Teksten

Origineel

1. Chor
Liebster Gott, wenn werd ich sterben?
Meine Zeit läuft immer hin,
und des alten Adams Erben,
unter denen ich auch bin,
haben dies zum Vaterteil,
daß sie eine kleine Weil
arm und elend sein auf Erden
und denn selber Erde werden.

2. Arie (Tenor)
Was willst du dich, mein Geist, entsetzen,
wenn meine letzte Stunde schlägt?
Mein Leib neigt täglich sich zur Erden,
und da muß seine Ruhstatt werden,
wohin man so viel tausend trägt.

3. Rezitativ (Alt)
Zwar fühlt mein schwaches Herz
Furcht, Sorge, Schmerz.
Wo wird mein Leib die Ruhe finden?
Wer wird die Seele doch
vom aufgelegten Sündenjoch
befreien und entbinden?
Das Meine wird zerstreut,
und wohin werden meine Lieben
in ihrer Traurigkeit zertrennt, vertrieben?

4. Arie (Bass)
Doch weichet, ihr tollen, vergeblichen Sorgen!
Mich rufet mein Jesus, wer sollte nicht gehn?
Nichts, was mir gefällt, besitzet die Welt.
Erscheine mir, seliger, fröhlicher Morgen,
verkläret und herrlich vor Jesu zu stehn.

5. Rezitativ (Sopran)
Behalte nur, o Welt, das Meine!
Du nimmst ja selbst mein Fleisch
und mein Gebeine;
so nimm auch meine Armut hin!
Genug, daß mir aus Gottes Überfluß
das höchste Gut noch werden muß;
genug, daß ich dort reich und selig bin.
Was aber ist von mir zu erben,
als meines Gottes Vatertreu?
Die wird ja alle Morgen neu
und kann nicht sterben.

6. Choral
Herrscher über Tod und Leben,
mach einmal mein Ende gut,
lehre mich den Geist aufgeben
mit recht wohlgefaßtem Mut!
Hilf, daß ich ein ehrlich Grab
neben frommen Christen hab
und auch endlich in der Erde
nimmermehr zuschanden werde!

Vertaling

1. Koor
Liefste God, wanneer zal ik sterven?
Mijn tijd verstrijkt,
en voor de erfgenamen van de oude Adam,
tot wie ik ook behoor,
is dit de nalatenschap:
dat ze korte tijd
arm en ellendig zijn op aarde
en vervolgens zelf aarde worden.

2. Aria (tenor)
Waarom zou je, geest van mij, bang zijn
als mijn laatste uur slaat?
Mijn lichaam buigt dagelijks verder naar de aarde
en daar moet zijn rustplaats komen,
waar zoveel duizenden naartoe worden gebracht.

3. Recitatief (alt)
Toch voelt mijn zwakke hart
angst, zorgen, pijn:
waar zal mijn lichaam rust vinden?
Wie zal mijn ziel toch
van het opgelegde zondenjuk
bevrijden en losmaken?
Wat van mij is wordt verstrooid,
en waarheen worden mijn dierbaren,
gescheiden in hun verdriet, verdreven?

4. Aria (bas)
Maar verdwijn, dwaze, vergeefse zorgen!
Mij roept mijn Jezus, wie zou niet gaan?
De wereld bezit niets wat mij bevalt.
Breek maar aan, zalige, vrolijke morgen,
waarop ik stralend en luisterrijk voor Jezus zal staan.

5. Recitatief (sopraan)
Houd maar wat van mij is, o wereld!
Je neemt immers zelfs mijn vlees
en mijn beenderen,
neem dan ook mijn armoede maar!
Het is genoeg dat ik uit Gods overvloed
het hoogste goed nog zal ontvangen;
het is genoeg dat ik daarginds rijk en zalig zal zijn.
Wat valt er anders van mij te erven
dan de vaderlijke trouw van mijn God?
Die vernieuwt zich elke morgen
en kan niet sterven.

6. Koraal
Heerser over dood en leven,
maak ooit mijn einde goed,
leer mij de geest te geven
met een rust, kalm gemoed.
Help mij dat ik een behoorlijk graf
naast vrome christenen krijg
en uiteindelijk ook in de aarde
nooit te schande sta!

vertaling © Ria van Hengel

Credits

  • Publicatiedatum
    23 mei 2024
  • Opnamedatum
    30 mei 2023
  • Locatie
    Grote Kerk, Naarden
  • Viool en leiding
    Shunske Sato
  • Sopraan
    Griet De Geyter
  • Alt
    Franz Vitzthum
  • Tenor
    Guy Cutting
  • Bas
    Felix Schwandtke
  • Ripiënisten sopraan
    Marta Paklar, Amelia Berridge
  • Ripiënisten alt
    Sofia Gvirts, Bernadett Nagy
  • Ripiënisten tenor
    João Moreira, Immo Schröder
  • Ripiënisten bas
    Matthew Baker, Donald Bentvelsen
  • Viool 1
    Lidewij van der Voort, Kano Imada, Mayumi Sargent Harada
  • Viool 2
    Lucia Giraudo, Alyssa Wright, Andrew Wong
  • Altviool
    Anneke van Haaften, Esther van der Eijk
  • Cello
    Lucia Swarts, Anne-Linde Visser
  • Contrabas
    Robert Franenberg
  • Blokfluit
    Benny Aghassi
  • Hobo
    Rodrigo Lopez Paz, Katharina Verhaar
  • Hoorn
    Christopher Price
  • Orgel
    Bart Naessens
  • Klavecimbel
    Siebe Henstra
  • Regie en beeldmontage
    Bas Wielenga
  • Muziekopname
    Guido Tichelman, Pim van der Lee, Ernst Coutinho
  • Audiomontage en -mix
    Guido Tichelman
  • Camera
    Martin Struijf, Bjorn Tiebout, Tom de Beer, Jesper Blok
  • Licht
    Ernst-Jan Thieme
  • Grip
    Jordi Kooij, Joey Marcoux
  • Regieassistent
    Ferenc Soeteman
  • Settechniek
    Justin Mutsaers
  • Datahandling
    Ruben Kuyl
  • Projectmanager NEP
    Ron Vermeulen
  • Assistent audioregie
    Marloes Biermans
  • Productie concert
    Imke Deters
  • Productie opname
    Wietske Hovingh
  • Ter nagedachtenis aan
    Wendy Wallace

Help ons All of Bach te voltooien

Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!