Trauerode

Trauerode

BWV 198 uitgevoerd door de Nederlandse Bachvereniging
onder leiding van Václav Luks
Grote Kerk, Naarden

  • Menu
  • 1. Lass, Fürstin (Chor)
  • 2. Dein Sachsen (Rezitativ)
  • 3. Verstummt (Arie)
  • 4. Der Glocken (Rezitativ)
  • 5. Wie starb die Heldin (Arie)
  • 6. Ihr Leben (Rezitativ)
  • 7. An dir, du Fürbild (Chor)
  • 8. Der Ewigkeit (Arie)
  • 9. Was Wunder ists? (Rezitativ und arioso)
  • 10. Doch, Königin! (Chor)

Achter de muziek

Verhaal
Verhaal
Achtergrondvideo's
Achtergrondvideo's
Teksten
Teksten
Credits
Credits

Klinkende geliefdheid

Alsof er een familielid is gestorven

Christiane Eberhardine van Brandenburg-Bayreuth had zich bijzonder geliefd gemaakt in het lutherse Saksen. Toen haar echtgenoot August de Sterke, keurvorst van Saksen, in 1697 de kans kreeg ook koning van Polen te worden, was hieraan één belangrijke voorwaarde verbonden: de vorst moest zijn lutherse geloof vaarwel zeggen en katholiek worden. Christiane Eberhardine volhardde echter in haar geloofsovertuiging en zou de dertig jaar tot haar dood in vrijwillige ballingschap doorbrengen in Pretzsch aan de Elbe. Na haar overlijden in 1727 werd zij in Leipzig herdacht met een plechtigheid waarvoor Bach een treurcantate componeerde, Laβ, Fürstin, laβ noch einen Strahl, BWV 198, beter bekend als de Trauerode. Hij leidde de uitvoering zelf.
De Trauerode is onmiskenbaar een van Bachs roerendste composities, sterker had hij de geliefdheid van de overleden vorstin niet kunnen bevestigen. Het werk wordt van begin tot eind gekenmerkt door innigheid, die extra cachet krijgt door de rijke orkestbezetting die onder meer twee hobo’s d’amore omvat, twee gamba’s en twee luiten. “De muziek is intiem geladen, heeft iets zeer persoonlijks, alsof er een familielid is gestorven”, vindt de dirigent Václav Luks.

Net als menige kerkelijke cantate bestaat deze wereldlijke ode uit twee delen. Werden deze in de kerkelijke praktijk van elkaar gescheiden door de preek, in dit geval werd tussendoor een herdenkingsrede uitgesproken. Voor het muzikale aandeel had de tekstdichter Johann Christoph Gottsched met gevoel voor regelmaat een echte ode gefabriceerd, negen strofen van elk acht regels. Het is een prachtige blijk van eigenzinnigheid dat Bach zich aan deze strikte vorm weinig gelegen laat liggen, hij heeft naar hartenlust strofen doormidden geknipt. Zo heeft het openingskoor de eerste helft van de eerste strofe als tekst, combineert het sopraanrecitatief de tweede helft van strofe 1 met de eerste helft van strofe 2 en maakt de sopraanaria deze strofe af.
Al met al hebben de negen strofen een tiendelige compositie opgeleverd met een uitgekiende planmatigheid. Met gevoel voor symboliek laat Bach de vocale solisten van hoog naar laag aantreden, als afdaling in het graf: eerst de sopraan, dan de alt, vervolgens de tenor en tot slot de bas.

BWV
198
Titel
Laβ, Fürstin, laβ noch einen Strahl
Bijnaam
Trauerode
Genre
cantates
Jaartal
1727
Stad
Leipzig
Tekstdichter
Johann Christoph Gottsched
Bestemming
Dienst ter nagedachtenis van Christiane Eberhardine
Eerste uitvoering
17 oktober 1727, Paulinerkirche
Bijzonderheden
Bach heeft delen van zijn Trauerode twee jaar later opnieuw gebruikt, in de Köthener Trauermusik voor de overleden Leopold von Anhalt-Köthen. Mogelijk heeft hij in 1731 ook delen hergebruikt voor zijn verloren gegane Markus-Passion.

Met steun van

Willem Brouwer

Achtergrondvideo's

Musici over basso continuo

“Het basso continuo vormt de ruggengraat van barokmuziek. Leden van de basso continuogroep vertellen voor welke keuzes en uitdagingen ze staan.”

Teksten

Origineel

Erster Teil

1. Chor
Lass, Fürstin, lass noch einen Strahl
aus Salems Sterngewölben schießen,
und sieh, mit wieviel Tränengüssen
umringen wir dein Ehrenmal.

2. Rezitativ (Sopran)
Dein Sachsen, dein bestürztes Meißen
erstarrt bei deiner Königsgruft;
das Auge tränt, die Zunge ruft:
mein Schmerz kann unbeschreiblich heißen!
Hier klagt August und Prinz und Land,
der Adel ächzt, der Bürger trauert,
wie hat dich nicht das Volk bedauert,
sobald es deinen Fall empfand!

3. Arie (Sopran)
Verstummt, verstummt, ihr holden Saiten!
Kein Ton vermag der Länder Not
bei ihrer teuren Mutter Tod,
o Schmerzenswort! recht anzudeuten.

4. Rezitativ (Alt)
Der Glocken bebendes Getön
soll unsrer trüben Seelen Schrecken
durch ihr geschwungnes Erze wecken,
und uns durch Mark und Adern gehn.
O, könnte nur dies bange Klingen,
davon das Ohr uns täglich gellt,
der ganzen Europäerwelt
ein Zeugnis unsres Jammers bringen!

5. Arie (Alt)
Wie starb die Heldin so vergnügt!
Wie mutig hat ihr Geist gerungen,
da sie des Todes Arm bezwungen,
noch eh er ihre Brust besiegt.

6. Rezitativ (Tenor)
Ihr Leben ließ die Kunst zu sterben
in unverrückter Übung sehn;
Unmöglich konnt es denn geschehn,
sich vor dem Tode zu entfärben.
Ach selig! wessen großer Geist
sich über die Natur erhebet,
vor Gruft und Särgen nicht erbebet,
wenn ihn sein Schöpfer scheiden heißt.

7. Chor
An dir, du Fürbild großer Frauen,
an dir, erhabne Königin,
an dir, du Glaubenspflegerin,
war dieser Großmut Bild zu schauen.


Zweiter Teil

8. Arie (Tenor)
Der Ewigkeit saphirnes Haus
zieht, Fürstin, deine heitern Blicke
von unsrer Niedrigkeit zurücke
und tilgt der Erden Dreckbild aus.
Ein starker Glanz von hundert Sonnen,
der unsern Tag zur Mitternacht
und unsre Sonne finster macht,
hat dein verklärtes Haupt umsponnen.

9. Rezitativ und arioso (Bass)
Was Wunder ists? Du bist es wert,
du Fürbild aller Königinnen!
Du mußtest allen Schmuck gewinnen,
der deine Scheitel jetzt verklärt.
Nun trägst du vor des Lammes Throne,
anstatt des Purpurs Eitelkeit
Ein perlenreines Unschuldskleid
und spottest der verlass’nen Krone.
Soweit der volle Weichselstrand,
der Niester und die Warthe fließet,
Soweit sich Elb’ und Muld’ ergießet,
Erhebt dich beides, Stadt und Land.
Dein Torgau geht im Trauerkleide,
Dein Pretzsch wird kraftlos, starr und matt;
denn da es dich verloren hat,
verliert es seiner Augen Weide.

10. Chor
Doch, Königin! du stirbest nicht,
man weiß, was man an dir besessen;
die Nachwelt wird dich nicht vergessen,
bis dieser Weltbau einst zerbricht.
Ihr Dichter, schreibt! wir wollen’s lesen:
Sie ist der Tugend Eigentum,
der Untertanen Lust und Ruhm,
der Königinnen Preis gewesen.

Vertaling

Eerste deel

1. Koor
Laat, vorstin, laat nog een straal
uit de sterrenhemel van Salem springen.
En zie met hoeveel tranenstromen
wij uw gedenkteken omringen!

2. Recitatief (sopraan)
Uw Saksen, uw ontstelde Meissen
verstarren bij uw koningsgraf;
mijn ogen tranen, mijn tong roept,
mijn verdriet kan wel onbeschrijflijk worden genoemd!
Hier klagen August, de prins en het land,
de adel kreunt, de burger rouwt,
hoe treurde het volk niet om u
toen het van uw dood hoorde!

3. Aria (sopraan)
Zwijg, zwijg, lieflijke snaren!
Geen geluid kan de nood van de landen
bij de dood - o, woord van smart -
van hun dierbare moeder goed weergeven.

4. Recitatief (alt)
Het bevende gebeier van de klokken
moet de ontsteltenis van onze sombere zielen
met hun gewelfde brons oproepen
en ons door merg en been gaan.
O, konden die angstige klanken,
die dagelijks in onze oren schallen
maar aan de hele Europese wereld
de boodschap van ons verdriet brengen!

5. Aria (alt)
Hoe vredig is de heldin gestorven!
Hoe dapper heeft haar geest gevochten
toen de dood haar in zijn greep kreeg
voordat hij haar levensdraad afsneed.

6. Recitatief (tenor)
Haar leven liet zien hoe ze zich
in de kunst van het sterven onwrikbaar oefende;
het was dus ondenkbaar dat ze
zou verbleken in het aanzien van de dood.
Ach, zalig is degene wier grote geest
zich boven de natuur verheft,
die niet siddert voor graf en kist
wanneer haar schepper haar wegroept.

7. Koor
Aan u, toonbeeld van grote vrouwen,
aan u, verheven koningin,
aan u, trouwe gelovige,
was die grootsheid af te lezen.


Tweede deel

8. Aria (tenor)
Het saffieren huis van de eeuwigheid
trekt, vorstin, uw blijmoedige blikken
bij onze geringheid vandaan
en vaagt het beeld van de aarde weg.
Een sterke glans van honderd zonnen,
die van onze dag middernacht maakt
en van onze zon iets duisters,
straalt om uw verheerlijkte hoofd.

9. Recitatief en arioso (bas)
Dat is toch geen wonder? U bent het waard,
u, de ideale koningin!
U hebt alle sieraden moeten verwerven
die uw hoofd nu doen schitteren.
Nu draagt u voor de troon van het Lam
in plaats van de ijdelheid van het purper
het parelvrije kleed van de onschuld
en u spot met de achtergelaten kroon.
Zo ver de oevers van de Weichsel reiken,
zo ver de Niester en de Warthe stromen,
zo ver de Elbe en de Mulde uitvloeien,
wordt u door stad en land geprezen.
Uw Torgau draagt rouwkleding,
uw Pretzsch wordt krachteloos, star en dof;
want nu ze u hebben verloren
zijn ze geen lust meer voor het oog.

10. Koor
Maar, koningin, u sterft niet,
men weet wat u hebt betekend;
het nageslacht zal u niet vergeten
totdat deze wereld eens vergaat.
Dichters, schrijf! wij willen het lezen:
zij is een en al deugd,
de vreugde en de eer van haar onderdanen,
de allerhoogste koningin.

vertaling © Ria van Hengel

Credits

  • Publicatiedatum
    4 maart 2021
  • Opnamedatum
    7 maart 2020
  • Locatie
    Grote Kerk, Naarden
  • Dirigent
    Václav Luks
  • Sopraan
    Lucie Chartin
  • Alt
    Luciana Mancini
  • Tenor
    Thomas Hobbs
  • Bas
    Felix Schwandtke
  • Ripiënisten sopraan
    Hilde Van Ruymbeke, Marta Paklar
  • Ripiënisten alt
    Michaela Riener, Sofia Gvirts
  • Ripiënisten tenor
    João Moreira, Adriaan De Koster
  • Ripiënisten bas
    Matthew Baker, Pierre-Guy Le Gall White
  • Viool 1
    Shunske Sato, Ruiqi Ren, Sayuri Yamagata
  • Viool 2
    Pieter Affourtit, Manja Kruidhof-Okkerse, Annelies van der Vegt
  • Altviool
    Staas Swierstra, Femke Huizinga
  • Cello
    Lucia Swarts, Richte van der Meer
  • Contrabas
    Robert Franenberg
  • Viola da gamba
    Mieneke van der Velden, Ricardo Rodriguez Miranda
  • Hobo
    Emma Black, Rodrigo Lopez Paz
  • Traverso
    Doretthe Janssens, David Westcombe
  • Fagot
    Benny Aghassi
  • Orgel
    Leo van Doeselaar
  • Klavecimbel
    Siebe Henstra
  • Theorbe
    Fred Jacobs, Mike Fentross
  • Regie en beeldmontage
    Bas Wielenga
  • Muziekopname
    Guido Tichelman, Bastiaan Kuijt, Pim van der Lee
  • Audiomontage- en mix
    Guido Tichelman
  • Camera
    Martin Struijf, Jesper Blok, Maarten Kool, Kris Funke
  • Licht
    Zen Bloot, Patrick Galvin
  • Settechniek
    Justin Mutsaers
  • Projectmanager team
    Ron Vermeulen
  • Assistent audioregie
    Marloes Biermans
  • Interview
    Robin van Erven Dorens
  • Camera interview
    Onno van der Wal
  • Productie concert
    Marco Meijdam, Stefan Ebels
  • Productie opname
    Jessie Verbrugh
  • Met steun van
    Willem Brouwer, "voor iedereen die er niet meer is".

Help ons All of Bach te voltooien

Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!