Ich hatte viel Bekümmernis

Ich hatte viel Bekümmernis

BWV 21 uitgevoerd door de Nederlandse Bachvereniging
onder leiding van Shunske Sato
TivoliVredenburg, Utrecht

  • Menu
  • 1. Sinfonia
  • 2. Ich hatte viel Bekümmernis (Chor)
  • 3. Seufzer, Tränen (Arie)
  • 4. Wie hast du dich (Rezitativ)
  • 5. Bäche von gesalznen Zähren (Arie)
  • 6. Was betrübst du dich (Chor)
  • 7. Ach Jesu, meine Ruh (Rezitativ)
  • 8. Komm, mein Jesu (Duett)
  • 9. Sei nun wieder zufrieden (Chor)
  • 10. Erfreue dich, Seele (Arie)
  • 11. Das Lamm, das erwürget ist (Chor)

Achter de muziek

Verhaal
Verhaal
Teksten
Teksten
Credits
Credits

Een onverwacht vaarwel

Vivaldi’s vioolconcert klinkt door in het openingskoor

Toen Bach in 1703 kortstondig aan het hof van Weimar werkte, liep daar een jong prinsje rond. De zesjarige Johann Ernst IV von Sachsen-Weimar, geboren in 1696, was de zoon van Bachs werkgever. Zou Bach diens muzikale talent toen al herkend hebben? Jaren later was het namelijk de muziek die de twee met elkaar verbond.

In 1708 was de prins een jonge tiener. In juli van dat jaar keerde Bach terug naar Weimar. De gedeelde liefde voor muziek kreeg een impuls nadat de prins in juli 1713 van een lange reis door Nederland terugkeerde. Hij bracht nieuwe muziek mee, waaronder Vivaldi’s in 1711 in Amsterdam gedrukte L’estro armonico. Deze vioolconcerten en Vivaldi’s Italiaanse stijl werden door Bach en Johann Ernst zelf enthousiast gespeeld en bewerkt.

De Italiaanse invloed is meteen in Bachs eigen muziek uit die tijd hoorbaar. In het openingskoor van deze cantate klinkt een duidelijke echo van één van Vivaldi’s concerten. Een vroege versie van deze cantate ontstond waarschijnlijk in 1713 voor de uitvaart op 8 oktober van de vrouw van een hoge hoffunctionaris. De preek tijdens die dienst nam expliciet vers 19 van psalm 94 als uitgangspunt: precies de tekst van het openingskoor van Bachs cantate. Die vroege versie bestond alleen uit delen 2–6 en 9.

In maart 1714 wordt Bach verteld dat hij in de hofkapel “monatlich neüe Stücke ufführen” moet. Zo beginnen de kerkcantates voor Weimar. Op 17 juni, de derde zondag na Trinitatis, klinkt deze cantate daar in de langere versie. Waarschijnlijk is dit het laatste grote werk van Bach dat prins Johann Ernst hoort. Hij is ziek en reist af naar een kuuroord. In het voorjaar van 1714 wordt een “holländische Kutsche” aangeschaft en op 4 juli vertrekt hij. Een jaar later sterft hij zonder Weimar of Bach te hebben teruggezien. Zo werd deze cantate, met het Vivaldiaanse openingskoor, per toeval Bachs laatste groet aan de prins.

BWV
21
Titel
Ich hatte viel Bekümmernis
Instrument
bas, sopraan, tenor
Genre
cantates
Jaartal
vóór december 1713
Stad
Weimar, latere uitvoeringen in Leipzig
Tekstdichter
Salomon Franck
Bestemming
Derde zondag na Trinitatis
Eerste uitvoering
8 oktober 1713? Heruitvoering op 17 juni 1714
Bijzonderheden
heruitvoeringen in Hamburg? (1720) en Leipzig (1723). In het openingskoor bewerkt Bach het Allegro uit het Concerto grosso in d klein, RV 565 van Vivaldi

Met steun van

Marten en Catja van Til - de Raay

Achtergrondvideo's

Teksten

Origineel

Erster Teil

1. Sinfonia

2. Chor
Ich hatte viel Bekümmernis in meinem Herzen;
aber deine Tröstungen erquicken meine Seele.

3. Arie (Sopran)
Seufzer, Tränen, Kummer, Not,
ängstlichs Sehnen, Furcht und Tod
nagen mein beklemmtes Herz,
ich empfinde Jammer, Schmerz.
Seufzer, Tränen, Kummer, Not!

4. Rezitativ (Tenor)
Wie hast du dich, mein Gott,
in meiner Not,
in meiner Furcht und Zagen
denn ganz von mir gewandt?
Ach! kennst du nicht dein Kind?
Ach! hörst du nicht das Klagen
von denen, die dir sind
mit Bund und Treu verwandt?
Du warest meine Lust
und bist mir grausam worden:
Ich suche dich an allen Orten;
ich ruf und schrei dir nach,
allein: mein Weh und Ach!
scheint itzt, als sei es dir ganz unbewußt.

5. Arie (Tenor)
Bäche von gesalznen Zähren,
Fluten rauschen stets einher.
Sturm und Wellen mich versehren,
und dies trübsalsvolle Meer
will mir Geist und Leben schwächen,
Mast und Anker wollen brechen,
hier versink ich in den Grund,
dort seh in der Hölle Schlund
Bäche von gesalznen Zähren.

6. Chor
Was betrübst du dich, meine Seele,
und bist so unruhig in mir?
Harre auf Gott!
Denn ich werde ihm noch danken,
daß er meines Angesichtes Hülfe
und mein Gott ist.


Zweiter Teil

7. Rezitativ (Sopran - Seele, Bass - Jesus)
Ach Jesu, meine Ruh,
mein Licht, wo bleibest du?
O Seele, sieh! ich bin bei dir.
Bei mir? Hier ist ja lauter Nacht.
Ich bin dein treuer Freund,
der auch im Dunkeln wacht,
wo lauter Schalken seind.
Brich doch mit deinem Glanz
und Licht des Trostes ein!
Die Stunde kömmet schon,
da deines Kampfes Kron
dir wird ein süßes Labsal sein.

8. Duett (Sopran - Seele, Bass - Jesus)
Komm, mein Jesu, und erquikke
Ja, ich komme und erquikke
und erfreu mit deinem Blikke!
dich mit meinem Gnadenblikke.
Diese Seele, die soll sterben
Deine Seele, die soll leben
und nicht leben,
und nicht sterben,
und in ihrer Unglückshöhle
hier aus dieser Wunden Höhle
ganz verderben.
sollt du erben
Ich muß stets in Kummer schweben,
Heil durch diesen Saft
der Reben,

ja, ach ja, ich bin verloren,
nein, ach nein, du bist erkoren,
nein, ach nein, du hassest mich.
ja, ach ja, ich liebe dich.
Ach, Jesu, durchsüße mir Seele und Herze!
Entweichet, ihr Sorgen, verschwinde, du Schmerze!
Komm, mein Jesu, und erquikke
Ja, ich komme und erquikke
mich mit deinem Gnadenblicke!
dich mit meinem Gnadenblicke

9. Chor
Sei nun wieder zufrieden, meine Seele,
denn der Herr tut dir Guts.

Was helfen uns die schweren Sorgen,
was hilft uns unser Weh und Ach?
Was hilft es, daß wir alle Morgen
beseufzen unser Ungemach?
Wir machen unser Kreuz und Leid
nur größer durch die Traurigkeit.

Sei nun wieder zufrieden, meine Seele,
denn der Herr tut dir Guts.

Denk nicht in deiner Drangsalshitze,
daß du von Gott verlassen seist,
und daß Gott der im Schoße sitze,
der sich mit stetem Glücke speist.
Die folgend Zeit verändert viel
und setzet jeglichem sein Ziel.

10. Arie (Tenor)
Erfreue dich, Seele, erfreue dich, Herze,
entweiche nun, Kummer,
verschwinde, du Schmerze!
Verwandle dich, Weinen, in lauteren Wein!
Es wird nun mein Ächzen ein Jauchzen mir sein.
Es brennet und flammet die reineste Kerze
der Liebe, des Trostes in Seele und Brust,
weil Jesus mich tröstet mit himmlischer Lust.

11. Chor
Das Lamm, das erwürget ist,
ist würdig zu nehmen Kraft
und Reichtum und Weisheit und Stärke
und Ehre und Preis und Lob.
Lob und Ehre und Preis 
und Gewalt sei unserm Gott
von Ewigkeit zu Ewigkeit,
Amen, alleluja!

Vertaling

Eerste deel

1. Sinfonia

2. Koor
Mijn hart was vol droefheid;
maar uw vertroostingen verkwikken mijn ziel.

3. Aria (sopraan)
Zuchten, tranen, zorgen, nood,
angstig hopen, vrees en dood,
knagen aan mijn benauwde hart,
ik voel ellende en pijn.
Zuchten, tranen, zorgen, nood!

4. Recitatief (tenor)
Waarom hebt u zich, mijn God,
in mijn nood,
in mijn angst en vrees
toch geheel van mij afgewend?
Ach, kent u uw kind niet?
Ach, hoort u niet het geklaag
van hen die trouw met u
verbonden en verwant zijn?
U was mijn vreugde,
en nu bent u wreed voor mij geworden.
Ik zoek u overal,
ik roep en schreeuw om u,
maar mijn ach en wee
schijnen niet tot u door te dringen.

5. Aria (tenor)
Beken vol zoute tranen,
wateren blijven maar ruisen.
Storm en golven verwonden mij
en deze zee vol droefenis
zal mijn geest en leven verzwakken,
mast en anker breken bijna,
hier zak ik weg in de bodem,
daar zie ik in de muil van de hel
beken vol zoute tranen.

6. Koor
'Waarom ben je bedroefd, mijn ziel,
en ben je zo onrustig in mij?
Hoop op God!
Want ik zal hem nog danken
dat hij de hulp van mijn aangezicht
en mijn God is.'


Tweede deel

7. Recitatief (sopraan - ziel, bas - Jezus)
Ach Jezus, mijn rust,
mijn licht, waar blijft u?
O ziel, kijk, ik ben bij je.
Bij mij? Hier heerst alleen maar nacht.
Ik ben je trouwe vriend,
die ook in de duisternis waakt,
daar waar alleen maar boosdoeners zijn.
Kom toch bij mij met uw glans
en met het licht van uw troost.
Het uur is al in aantocht
waarop de kroon van je strijd
een zoete verkwikking voor je zal zijn.

8. Duet (sopraan - ziel, bas - Jezus)
Kom, mijn Jezus en verkwik
Ja, ik kom en verkwik je
en verheug met uw blik
met de blik van mijn genade.
deze ziel, moet sterven
Je ziel moet leven
en niet mag leven,
en niet sterven,
en die in haar tranendal
hier vanuit deze wond in uw zijde
geheel te gronde moet gaan.
zul je heil ontvangen
Ik moet voortdurend in verdriet zweven,
door middel van dit sap
van de wijnrank,

ja, ach ja, ik ben verloren,
nee, ach nee, je bent uitverkoren,
nee, ach nee, u haat mij.
Ja, ach ja, ik heb je lief.
Ach Jezus, maak mijn ziel en mijn hart zoet!
Wijk, o zorgen, verdwijn, o pijn!
Kom, mijn Jezus en verkwik mij
Ja, ik kom en verkwik je
met de blik van uw genade.
met de blik van mijn genade.

9. Koor
Kom nu weer tot rust, mijn ziel,
want de Heer is goed voor je.

Wat helpen ons de zware zorgen,
wat helpt ons ach en wee?
Wat helpt het dat wij elke morgen
zuchten om onze tegenspoed?
We maken ons kruis en ons leed
alleen maar groter door bedroefd te zijn.

Kom nu weer tot rust, mijn ziel,
want de Heer is goed voor je.

Denk in de hitte van je ellende niet
dat God je heeft verlaten
en dat diegene in Gods schoot zit
die zich voortdurend met geluk voedt.
De komende tijd zal veel veranderen
en zal ieder zijn doel geven.

10. Aria (tenor)
Verheug je, ziel, verheug je, hart,
wijk nu, verdriet, 
verdwijn, smart!
Tranen, verander in klare wijn!
Nu zal mijn gekerm gejuich voor me zijn.
De zuiverste kaars van liefde en troost
brandt en vlamt in mijn ziel en mijn borst,
omdat Jezus mij troost met hemels genot.

11. Koor
Het lam dat gewurgd is
is het waard om te ontvangen kracht
en rijkdom en wijsheid en sterkte 
en eer en prijs en lof.
Lof en eer en prijs 
en macht zij onze God
van eeuwigheid tot eeuwigheid. 
Amen. Halleluja!

vertaling © Ria van Hengel

Credits

  • Publicatiedatum
    2 december 2021
  • Opnamedatum
    22 april 2021
  • Locatie
    TivoliVredenburg, Utrecht
  • Viool en leiding
    Shunske Sato
  • Sopraan
    Stefanie True
  • Alt
    Ulrike Malotta
  • Tenor
    Guy Cutting
  • Bas
    Felix Schwandtke
  • Ripiënisten sopraan
    Lauren Armishaw, Marta Paklar
  • Ripiënisten alt
    Bernadett Nagy, Sofia Gvirts
  • Ripiënisten tenor
    João Moreira, Immo Schröder
  • Ripiënisten bas
    Matthew Baker, Pierre-Guy Le Gall White
  • Viool 1
    Sayuri Yamagata, Lucia Giraudo, Mayumi Sargent Harada
  • Viool 2
    Pieter Affourtit, Anneke van Haaften, Kano Imada
  • Altviool
    Staas Swierstra, Femke Huizinga
  • Cello
    Lucia Swarts, Carlos Leal
  • Contrabas
    Robert Franenberg
  • Hobo
    Ivan Podyomov
  • Fagot
    Benny Aghassi
  • Trompet
    Robert Vanryne, Mark Geelen, Nicholas Emmerson
  • Pauken
    Robert Kendell
  • Orgel
    Leo van Doeselaar
  • Klavecimbel
    Siebe Henstra
  • Regie en beeldmontage
    Onno van Ameijde
  • Muziekopname
    Guido Tichelman, Bastiaan Kuijt, Pim van der Lee
  • Audiomontage- en mix
    Guido Tichelman
  • Camera
    Martin Struijf, Bjorn Tiebout, Jesper Blok, Rieks Soepenberg
  • Licht
    Zen Bloot
  • Settechniek
    Justin Mutsaers
  • Projectmanager team
    Ron Vermeulen
  • Assistent audioregie
    Marloes Biermans
  • Productie concert
    Imke Deters
  • Productie opname
    Jessie Verbrugh
  • Met steun van
    Marten en Catja van Til - de Raay

Help ons All of Bach te voltooien

Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!