

Liebster Gott, wenn werd ich sterben
BWV 483 uitgevoerd door Daniel Johannsen en Matthias Havinga
Walburgiskerk, Zutphen
Achter de muziek
Zijn of niet zijn
Beschouwing over de dood, bijna zoals Hamlet met de schedel
“Lieve God, wanneer zal ik sterven?” Soms vragen wij ons dat af, ook al worden in onze tijd levensbedreigende gevaren effectiever op afstand gehouden dan ooit tevoren in de geschiedenis van de mensheid. Hoe anders was dat in Bachs tijd. De componist heeft tien van zijn twintig kinderen moeten begraven, en zijn eerste vrouw Maria Barbara overleed terwijl hijzelf een lange reis maakte met zijn broodheer Leopold von Anhalt-Köthen, zodat hij bij terugkomst enkel nog haar graf kon bezoeken.
De dood was alomtegenwoordig ten tijde van de Barok. In het jaar dat Caspar Neumann – tekstdichter van dit Schemelli-lied – in Breslau geboren werd, kwam er een einde aan de Dertigjarige Oorlog (1618–1648) die aan ongeveer een derde van de Duitse bevolking het leven had gekost. Neumann – behalve gerenommeerd theoloog en schrijver tevens wetenschapper die zich bezighield met demografie en statistiek – had ook van zijn eigen familie een lange lijst met slachtoffers kunnen opstellen.
Neumanns gedichten en gebeden verschenen tientallen jaren lang in druk, en Liebster Gott, wenn werd ich sterben? was in Leipzig een van de bekendste kerkgezangen. Bach gebruikte het als basis voor een van zijn mooiste cantates (BWV 8, september 1724). Vooral de prachtige melodie – van de hand van zijn oudere collega en Leipziger tijdgenoot Daniel Vetter (net als Neumann afkomstig uit Breslau) – moet hem bekoord hebben, want hij heeft die ongewijzigd overgenomen in zowel genoemde cantate als dit Schemelli-lied uit 1736.
“Hilf, dass ich ein ehrlich Grab neben frommen Christen hab” (Laat mij een eerlijk graf vinden naast vrome christenen). Je kunt die woorden niet lezen zonder daarbij te bedenken dat Bachs eigen anonieme graf op het Johanniskerkhof in Leipzig bijna twee eeuwen lang vergeten (en zonder meer verwaarloosd) werd, voordat zijn stoffelijke resten in 1950 uiteindelijk werden herbegraven in de Thomaskerk. Het is dan ook meer dan terecht dat musici die spelen vanaf de orgelgalerij van de Thomaskerk tegenwoordig uitkijken op zijn eregraf voor het altaar.
Musicalisches Gesang-Buch G.C. Schemelli
Liedboeken voor privégebruik waren in de achttiende eeuw een belangrijke tool voor eenvoudige, huiselijke devotie. Zo verschenen van Johann Freylinghausens Geistreiches Gesangbuch maar liefst 17 edities tussen 1704 en 1734. Twee jaar later lanceerde piëtist Georg Christian Schemmel alias Schemelli zijn eigen gezangboek met niet minder dan 954 gezangen, waarvan 69 met melodie, tekstbegin en baslijn. Om de concurrentie voorbij te streven, betrok hij misschien wel de beroemdste muziekconsulent ooit, én de muziekleraar van zijn zoontje: Bach. Van de 21 originele melodieën in de bundel (BWV 439-509) worden er na intensief onderzoek nog maar drie met zekerheid toegeschreven aan de Thomascantor: BWV 452, 478 en 505; de andere zijn begeleidingen, herwerkingen en verbeteringen. Bachs precieze rol in Schemelli’s Gesangbuch zal wel altijd een mysterie blijven.
- BWV
- 483
- Titel
- Liebster Gott, wenn werd ich sterben
- Instrument
- tenor
- Genre
- liederen en aria's
- Serie
- Schemelli’s Musicalisches Gesang-Buch
- Jaartal
- vóór april 1736
Achtergrondvideo's
Teksten
Origineel
Liebster Gott, wenn werd ich sterben?
Meine Zeit läuft immer hin,
und des alten Adams Erben,
unter denen ich auch bin,
haben das zum Vaterteil,
daß sie eine kleine Weil
arm und elend sein auf Erden
und denn selber Erde werden.
Doch entweicht, ihr schnöden Sorgen,
soll ich nicht zu Jesu gehn?
Lieber heute noch als morgen,
denn mein Fleisch wird auferstehn.
Ich verseih es gern der Welt,
daß sie alles hier behält
und bescheide meinen Erben
einen Gott, der nicht kann sterben.
Herrscher über Tod und Leben,
mach einmal mein Ende gut,
laß mich meinen Geist aufgeben
mit recht wohlgefaßten Mut.
Hilf, daß ich ein ehrlich Grab
neben frommen Christen hab
und auch endlich in der Erde
nimmermehr zuschanden werde.
Vertaling
Lieve God, wanneer zal ik sterven?
Mijn tijd snelt maar voort,
en de erfgenamen van de oude Adam,
van wie ik er ook een ben,
hebben als nalatenschap
dan ze een klein poosje
arm en ellendig zijn op aarde
en daarna zelf aarde worden.
Maar verdwijn, nare zorgen,
ik ga toch naar Jezus?
Liever vandaag dan morgen,
want mijn vlees zal opstaan.
Ik laat het graag aan de wereld over
dat zij alles hier houdt
en vermaak aan mijn erfgenamen
een God die niet kan sterven.
Heerser over dood en leven,
maak ooit mijn einde goed,
leer mij de geest te geven
met een waarlijk, kalm gemoed!
Help mij dat ik een behoorlijk graf
naast vrome christenen krijg
en uiteindelijk ook in de aarde
nooit te schande sta!
vertaling © Ria van Hengel
Credits
-
- Publicatiedatum
- 17 april 2025
-
- Opnamedatum
- 29 mei 2024
-
- Locatie
- Walburgiskerk, Zutphen
-
- Tenor
- Daniel Johannsen
-
- Orgel
- Matthias Havinga
-
- Instrument
- Henrick Bader, 1639/1643
-
- Regie en beeldmontage
- Gijs Besseling
-
- Muziekopname
- Guido Tichelman, Pim van der Lee
-
- Audiomontage en -mix
- Guido Tichelman
-
- Camera
- Danny Noordanus, Manon Hoskens, Remco van Leest
-
- Grip
- Wouter Visser
-
- Assistent audioregie
- Marloes Biermans
-
- Productie
- Lisanne Marlou de Kok
Ontdek
Help ons All of Bach te voltooien
Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!