Meine Seufzer, meine Tränen
BWV 13 uitgevoerd door de Nederlandse Bachvereniging
onder leiding van Shunske Sato
Waalse Kerk, Amsterdam
Achter de muziek
Schrale troost
In deze cantate legt Bach de nadruk op het lijden in de wereld
Het Christendom is een van de godsdiensten waarin lijden een hoofdrol speelt. Het lijden van Jezus aan het kruis, maar ook zeker het alledaagse lijden in ons wereldlijke leven. Deze cantate schreef Bach voor een datum in de liturgische kalender die hij sterk met lijden associëerde: de tweede zondag na Driekoningen. Dat ligt niet meteen voor de hand, de vaste lezing voor deze datum is namelijk een vrolijk wonder: Jezus verandert water in wijn op de Bruiloft te Kana. Maar Bach en zijn tekstschrijver lezen dat als een metafoor voor Jezus’ redding, die het wereldlijke lijden in hemelse blijdschap zal veranderen. De aria bestaat dan ook uit twee delen; in de eerste verbeeldt Bach het verdriet, in de tweede het ontstijgen van de wereld.
Niettemin ligt de nadruk hier op het lijden. Neem de titelaria voor tenor. Deze klaagzang heeft meteen een bijzonder stemmige bezetting; twee blokfluiten en een oboe da caccia, een oudoom van de althobo, met een dieper register en een bitterzoete klankkleur. Hoewel de twee blokfluiten inzetten met het thema, speelt de oboe da caccia verder een hoofdrol in de begeleiding. De partij vlecht zich in lussen om de tenorpartij heen, als de fraaie decoratie op een arabisch reliëf. “Mijn zuchten en mijn tranen zijn niet te tellen” zingt de tenor, de wanhoop nabij. Het deel vervolgt met een altrecitatief, met een indringend slot waarin Bach het woord “wenen” ondraaglijk lang uitrekt. Het koraal dat volgt is een hoogtepunt: de melodie leent Bach uit het Geneefs psalter; de wijs van psalm 42 kennen Nederlandse kerkgangers wellicht als ’t Hijgend hert, der jacht ontkomen. Met een vrolijk harmonisch palet kleurt Bach de sobere melodie, die hij zo een extatische energie geeft.
Het tweede deel blijft stemmig, maar de tekst wordt hoopvoller. Toch is het grootste deel ervan een nogal griezelige aria voor bas in mineur. Het heeft geen zin om te klagen en te wenen, verkondigt hij, dat zal niets helpen bij je verdriet. Een schrale troost. De begeleiding van twee blokfluiten en violen unisono maakt het geheel wel vitaler, en er lijkt zelfs een schijntje hoop in de harmonie te zitten: aan het einde van frasen klimt de begeleiding omhoog en moduleert Bach kortstondig naar majeur, en in het middendeel heeft verschuift de harmonie ook meer die richting op. Maar de echte troost komt pas in het slotkoraal: het oprechte geloof dat “het gaat zoals het gaat”, zoals het letterlijk in het Duits staat, maar God altijd raad weet, ook in het bitterste lijden.
- BWV
- 13
- Titel
- Meine Seufzer, meine Tränen
- Instrument
- alt, bas, sopraan, tenor
- Genre
- cantates
- Jaartal
- 1726
- Stad
- Leipzig
- Tekstdichter
- Georg Christian Lehms
- Bestemming
- Tweede zondag na Driekoningen
- Eerste uitvoering
- 20 januari 1726
Met steun van
Achtergrondvideo's
Teksten
Origineel
1. Arie (Tenor)
Meine Seufzer, meine Tränen
können nicht zu zählen sein.
Wenn sich täglich Wehmut findet
und der Jammer nicht verschwindet,
ach! so muß uns diese Pein
schon den Weg zum Tode bahnen.
2. Recitativ (Alt)
Mein liebster Gott läßt mich
annoch vergebens rufen
und mir in meinem Weinen
noch keinen Trost erscheinen.
Die Stunde lässet sich
zwar wohl von ferne sehen,
allein ich muß doch noch vergebens flehen.
3. Arie (Alt)
Der Gott, der mir hat versprochen
seinen Beistand jederzeit,
der läßt sich vergebens suchen
itzt in meiner Traurigkeit.
Ach! Will er denn für und für
grausam zürnen über mir,
kann und will er sich der Armen
itzt nicht wie vorhin erbarmen?
4. Recitativ (Sopran)
Mein Kummer nimmet zu
und raubt mir alle Ruh.
Mein Jammerkrug ist ganz
mit Tränen angefüllet,
und diese Not wird nicht gestillet,
so mich ganz unempfindlich macht.
Der Sorgen Kummernacht
drückt mein beklemmtes Herz darnieder,
drum sing ich lauter Jammerlieder.
Doch, Seele, nein,
sei nur getrost in deiner Pein:
Gott kann den Wermutsaft
gar leicht in Freudenwein verkehren
und dir alsdenn viel tausend Lust gewähren.
5. Arie (Bass)
Ächzen und erbärmlich Weinen
hilft der Sorgen Krankheit nicht.
Aber wer gen Himmel siehet
und sich da um Trost bemühet,
dem kann leicht ein Freudenlicht
in der Trauerbrust erscheinen.
6. Choral
So sei nun, Seele, deine
und traue dem alleine,
der dich erschaffen hat.
Es gehe, wie es gehe,
dein Vater in der Höhe,
der weiß zu allen Sachen Rat.
Vertaling
1. Aria (tenor)
Mijn zuchten, mijn tranen
zijn niet te tellen.
Als er dagelijks droefenis is
en de ellende niet verdwijnt,
ach, dan moet die pijn wel
de weg naar de dood voor ons banen.
2. Recitatief (alt)
Mijn liefste God laat mij
tot nu toe tevergeefs roepen
en stuurt mij nog geen troost
in mijn geween.
Het uur is weliswaar
in de verte te zien,
maar toch moet ik nog tevergeefs smeken.
3. Aria (alt)
De God die mij heeft beloofd
mij altijd bij te staan,
die laat zich nu tevergeefs zoeken
in mijn verdriet.
Ach, zal hij dan eeuwig
wreed toornig op mij blijven,
kan en wil hij zich nu niet zoals vroeger
over de stakkers ontfermen?
4. Recitatief (sopraan)
Mijn verdriet neemt toe
en berooft mij van alle rust.
Mijn smartenkruik is geheel
gevuld met tranen,
en die nood, die mij volkomen gevoelloos maakt,
wordt niet gestild.
De kommernacht van de zorgen
drukt mijn benauwde hart terneer,
daarom zing ik alleen maar klaagliederen.
Maar nee, ziel,
wees getroost in je pijn:
God kan de bittere drank
gemakkelijk in vreugdewijn veranderen
en je dan ontelbaar veel genoegens schenken.
5. Aria (bas)
Kermen en erbarmelijk huilen
helpt niet bij de ziekte van de zorgen.
Maar wie naar de hemel kijkt
en daar troost zoekt,
die kan gemakkelijk een vreugdelicht
in zijn bedroefde hart zien opgaan.
6. Koraal
Dus wees gerust, ziel,
en vertrouw alleen op hem
die je heeft geschapen.
Hoe het ook zal gaan,
je Vader daarboven
weet bij alles raad.
vertaling © Ria van Hengel
Credits
-
- Publicatiedatum
- 21 maart 2024
-
- Opnamedatum
- 27 augustus 2021
-
- Locatie
- Waalse Kerk, Amsterdam
-
- Viool en leiding
- Shunske Sato
-
- Sopraan
- Dorothee Mields
-
- Alt
- Alex Potter
-
- Tenor
- Thomas Hobbs
-
- Bas
- Stephan MacLeod
-
- Viool 2
- Pieter Affourtit
-
- Altviool
- Femke Huizinga
-
- Cello
- Lucia Swarts
-
- Contrabas
- Robert Franenberg
-
- Hobo da caccia
- Marcel Ponseele
-
- Blokfluit
- Benny Aghassi, Nienke van der Meulen
-
- Klavecimbel
- Siebe Henstra
-
- Orgel
- Matthias Havinga
-
- Regie, camera en licht
- Bas Wielenga
-
- Muziekopname
- Guido Tichelman, Bastiaan Kuijt, Pim van der Lee
-
- Audiomontage en -mix
- Guido Tichelman
-
- Camera
- Martijn Struijf, Jesper Blok, Bjorn Tiebout
-
- Licht
- Emile Groenewoud
-
- Grip
- Tommie Janssen, Thomas Leur
-
- Regie-assistent
- Lilita Dunska
-
- Settechniek
- Renger Hartog
-
- Projectmanager NEP
- Marco Korzelius
-
- Assistent audioregie
- Marloes Biermans
-
- Productie concert
- Marco Meijdam
-
- Productie opname
- Jessie Verbrugh
-
- Met steun van
- MWH4impact
Ontdek
Help ons All of Bach te voltooien
Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!