

Ach Herr, mich armen Sünder
BWV 135 uitgevoerd door de Nederlandse Bachvereniging
onder leiding van Shunske Sato
TivoliVredenburg, Utrecht
Achter de muziek
De dokter verwacht u
De vierde cantate van het ‘koraaljaar’ beeldt zijn dramatische tekst maximaal uit.
Bij zijn Leipziger debuut in 1723 nam Bach zich voor om elke zon- en feestdag van een nieuwe cantate te voorzien. Best verrassend als je bedenkt wat er zoal in de muziekbibliotheek van de gezamenlijke kerken in Leipzig stond. Bachs eerste cyclus telde zo’n 60 nieuwe (be)werk(ing)en, vaak op heel ambitieuze schaal. Voor 1724-25 stelde Bach het nederige maar in Leipzig almachtige koraal (kerklied) centraal, niet toevallig twee eeuwen na de publicatie van Luthers liedboek. Librettist en predikant leverden een passend kerklied, terwijl Bach de melodie steeds op een creatieve manier zou verwerken. Zo won de drieslag van evangelielezing, cantate en preek aan samenhang en kracht.
De zes strofes van Ach Herr, mich armen Sünder uit 1597 – thema, naar Psalm 6: angstig smeken om Gods vergeving – vertalen zich in evenzoveel delen, letterlijk geciteerd bij de opening en het slot, verder in parafrase. De melodie zal velen bekend voorkomen, onder meer door O Haupt voll Blut und Wunden uit de Matthäus-Passion. Bach beperkt zijn koraaltrucs tot het eerste deel, en wel als volgt: de melodie klinkt eerst in de (alt)violen unisono, en op dit prachtige bedje in het middenregister brengen eerst de hobo’s en later sopraan, alt en tenor lijnen die doen denken aan de start van de koraalmelodie. De basstemmen (zangers, strijkers en trombone) leggen daaronder lange lijnen als fundament.
In de middendelen klinkt de barok op zijn beeldendst. De tenor klaagt met een weelde aan retorische gestes over zijn zwakte en pijn, die alleen Jezus als zielenarts kan genezen, mits het hem behaagt. Theologisch werkt dit beeld handig dubbel: de luisteraar wordt in de cantate persoonlijk aangesproken, waarop het idee in de preek kan worden verbreed tot de kerk als geheel, hét vehikel voor verlossing. Pas in de bravoure-aria van de bas daagt er wat hoop: het gewemel valt eindelijk stil op ‘mein Jesus tröstet mich’. Het montere koraal klinkt dan haast als een opluchting.
- BWV
- 135
- Titel
- Ach Herr, mich armen Sünder
- Genre
- cantates
- Jaartal
- 1724
- Stad
- Leipzig
- Tekst
- gebaseerd op een koraal van Cyriakus Schneegaß (1597, naar Psalm 6), deels letterlijk, deels in parafrase
- Bestemming
- Derde zondag na Trinitatis
- Eerste uitvoering
- 25 juni 1725
Achtergrondvideo's
Teksten
Origineel
1. Chor
Ach Herr, mich armen Sünder
straf nicht in deinem Zorn,
dein ernsten Grimm doch linder,
sonst ists mit mir verlorn.
Ach Herr, wollst mir vergeben
mein Sünd und gnädig sein,
daß ich mag ewig leben,
entfliehn der Höllenpein.
2. Rezitativ (Tenor)
Ach heile mich,
du Arzt der Seelen,
ich bin sehr krank und schwach;
man möchte die Gebeine zählen,
so jämmerlich hat mich mein Ungemach,
mein Kreuz und Leiden zugericht;
das Angesicht Ist ganz von Tränen aufgeschwollen,
die, schnellen Fluten gleich,
von Wangen abwärts rollen.
Der Seelen ist von Schrecken angst und bange;
Ach, du Herr, wie so lange?
3. Arie (Tenor)
Tröste mir, Jesu, mein Gemüte,
sonst versink ich in den Tod,
hilf mir, hilf mir durch deine Güte
aus der großen Seelennot!
Denn im Tod ist alles stille,
Da gedenkt man deiner nicht.
Liebster Jesu, ists dein Wille,
so erfreu mein Angesicht!
4. Rezitativ (Alt)
Ich bin von Seufzen müde,
mein Geist hat weder Kraft noch Macht,
weil ich die ganze Nacht
oft ohne Seelenruh und Friede
in großem Schweiß und Tränen liege.
Ich gräme mich fast tot
und bin vor Trauern alt,
denn meine Angst ist mannigfalt.
5. Arie (Bass)
Weicht, all ihr Übeltäter,
mein Jesus tröstet mich!
Er läßt nach Tränen und nach Weinen
die Freudensonne wieder scheinen;
Das Trübsalswetter ändert sich,
die Feinde müssen plötzlich fallen
und ihre Pfeile rückwärts prallen.
6. Choral
Ehr sei ins Himmels Throne
mit hohem Ruhm und Preis
dem Vater und dem Sohne
und auch zu gleicher Weis
Dem Heilgen Geist mit Ehren
in alle Ewigkeit,
der woll uns alln bescheren
die ewge Seligkeit.
Vertaling
1. Koor
Ach Heer, straf mij, arme zondaar,
niet in Uw toorn,
verzacht toch Uw erge boosheid,
anders ben ik verloren.
Ach Heer, wil mij vergeven
mijn zonden en mij genadig zijn,
opdat ik eeuwig mag leven,
ontkomen aan de hellepijn.
2. Recitatief
Ach, maak mij beter,
Gij genezer van de zielen,
ik ben erg ziek en zwak;
men zou mijn beenderen wel kunnen tellen,
zo vreselijk hebben mijn tegenspoed,
mijn kruis en mijn lijden mij toegetakeld;
mijn gezicht is helemaal gezwollen door tranen,
die, als snelle stromen,
van mijn wangen rollen.
Mijn ziel is van ontsteltenis angstig en bang;
ach Heer, waarom zo lang?
3. Aria
Troost, Jezus, mijn gemoed,
anders zink ik weg in de dood,
help mij, help mij door Uw goedheid
uit mijn grote zielenood!
Want in de dood is alles stil,
daar denkt men niet aan U.
Liefste Jezus, wanneer het Uw wil is,
maak mijn gezicht dan blij.
4. Recitatief
Ik ben moe van het zuchten,
mijn geest is zonder kracht of macht,
omdat ik de hele nacht
vaak zonder zielerust en vrede
in zweet en tranen baad.
Ik ga bijna dood van verdriet
en ben door het treuren oud;
want mijn angst is veelvoudig.
5. Aria
Verdwijn allemaal, boosdoeners,
mijn Jezus geeft mij troost!
Hij laat na tranen en geween
de zon van vreugde weer schijnen.
De tijden van beproeving veranderen,
de vijanden moeten plotseling vallen,
en hun pijlen moeten terugketsen.
6. Koraal
Ere zij op 's hemels troon
met veel roem en lof
de Vader en de Zoon,
en ook op gelijke wijze
de Heilige Geest met ere
in alle eeuwigheid,
die ons allen moge schenken
de eeuwige zaligheid.
vertaling © Henk Pijlman
Credits
-
- Publicatiedatum
- 19 mei 2022
-
- Opnamedatum
- 22 april 2021
-
- Locatie
- TivoliVredenburg, Utrecht
-
- Viool en leiding
- Shunske Sato
-
- Alt
- Ulrike Malotta
-
- Tenor
- Guy Cutting
-
- Bas
- Felix Schwandtke
-
- Ripiënisten sopraan
- Lauren Armishaw, Marta Paklar, Stefanie True
-
- Ripiënisten alt
- Bernadett Nagy, Sofia Gvirts
-
- Ripiënisten tenor
- João Moreira, Immo Schröder
-
- Ripiënisten bas
- Matthew Baker, Pierre-Guy Le Gall White
-
- Viool 1
- Sayuri Yamagata, Lucia Giraudo, Mayumi Sargent Harada
-
- Viool 2
- Pieter Affourtit, Anneke van Haaften, Kano Imada
-
- Altviool
- Staas Swierstra, Femke Huizinga
-
- Cello
- Lucia Swarts, Carlos Leal
-
- Contrabas
- Robert Franenberg
-
- Hobo
- Ivan Podyomov, Katharina Verhaar
-
- Fagot
- Benny Aghassi
-
- Trompet
- Robert Vanryne
-
- Orgel
- Leo van Doeselaar
-
- Klavecimbel
- Siebe Henstra
-
- Regie en beeldmontage
- Onno van Ameijde
-
- Muziekopname
- Guido Tichelman, Bastiaan Kuijt, Pim van der Lee
-
- Audiomontage- en mix
- Guido Tichelman
-
- Camera
- Martin Struijf, Bjorn Tiebout, Jesper Blok, Rieks Soepenberg
-
- Licht
- Zen Bloot
-
- Settechniek
- Justin Mutsaers
-
- Projectmanager team
- Ron Vermeulen
-
- Assistent audioregie
- Marloes Biermans
-
- Productie concert
- Imke Deters
-
- Productie opname
- Jessie Verbrugh
Ontdek
Help ons All of Bach te voltooien
Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!