Wenn mein Stündlein vorhanden ist

Wenn mein Stündlein vorhanden ist

BWV 430 uitgevoerd door de Young Bach Fellows
van de Nederlandse Bachvereniging
Waalse Kerk, Amsterdam

Achter de muziek

Verhaal
Verhaal
Teksten
Teksten
Credits
Credits

Jezus’ vaste hand

Een bemoedigend koraal met een woelige achtergrond

‘Weil du vom Tod erstanden bist, werd ich im Grab nicht bleiben’ zo vatte cantor, leraar en schrijver Nikolaus Herman de christelijke verlossingsgedachte in 1575 samen. Om de mensheid het eeuwige leven te gunnen, betaalt God in zijn barmhartigheid graag een immense prijs: Jezus’ kruisdood vergeeft alle zonden. De dichtregel is een fragment uit het koraal ‘Wenn mein Stündlein vorhanden ist’ (BWV 430), waarvan de muziek volgens theoloog en Bachkenner Friedrich Smend oorspronkelijk uit Bachs verloren Markus-Passion BWV 247 zou stammen. Die prikkelende hypothese wint aan kracht omdat het koraal (zonder tekst) werd overgeschreven door een Bach-student van wie we weten dat hij rechtstreeks kopieerde uit de handschriften van zijn meester, en dan vooral uit de grotere werken.

Van Hermanns vijf koraalverzen zingen de Young Bach Fellows er drie die Bach op enig moment in zijn muziek heeft verwerkt. De zetting is – op de serene sopraanstem na - opmerkelijk levendig, bijna woelig. Dat klinkt misschien gek, want de originele koraaltekst blaakt van vertrouwen in Jezus’ vergevingskracht en lijkt tot zoveel drukte nauwelijks aanleiding te geven. Maar als de Markus-aanname juist is, dan past de muziek ook meteen beter: de passietekst contrasteert namelijk de pijn van het aardse leven met de snel naderende hemelse vreugde. Die pijn hoor je bijvoorbeeld direct al in de bas, die met kleine stapjes naar boven kruipt, terwijl jubelende motiefjes in de laatste drie frasen al hinten op een gelukkige uitkomst.

Het tweede vers dat je hoort, is ontleend aan BWV 95, de cantate ‘Christus, der ist mein Leben’, met een extra discantstem in de fluit. Voor het laatste vers keren de zangers terug naar de versie van BWV 430. Overigens eindigt ook BWV 31, ‘Der Himmel lacht’, met dit koraal, eveneens met een toegevoegde discant. Maar deze stralende versie bewaart All of Bach voor de cantate zelf.

BWV
430
Titel
Wenn mein Stündlein vorhanden ist
Genre
koralen
Jaartal
onbekend
Tekstdichter
strofe 1 - 4 Nikolaus Herman (1562), strofe 5 onbekend

Achtergrondvideo's

Teksten

Origineel

Wenn mein Stündlein vorhanden ist                      
und ich soll fahrn mein Straße,                                
so gleit du mich, Herr Jesu Christ,                           
mit Hilf mich nicht verlasse.                                      
Mein' Seel' an meinem letzten End'                       
befehl' ich, Herr, in deine Händ',                             
du woll'st sie wohl bewahren! 

Weil du vom Tod erstanden bist,                            
werd ich im Grab nicht bleiben.                
Mein höchster Trost dein Auffahrt ist,                  
Todsfurcht kann sie vertreiben.                               
Denn wo du bist, da komm ich hin,                        
dass ich stets bei dir leb und bin.                             
Drum fahr ich hin mit Freuden.

So fahr ich hin zu Jesu Christ,                                    
mein Arm tu ich ausstrecken.
So schlaf ich ein und ruhe fein;                                
kein Mensch kann mich aufwecken,                     
denn Jesus Christus, Gottes Sohn,                         
der wird die Himmelstür auftun,                            
uns führn zum ewgen Leben.   

Vertaling

Als mijn uurtje heeft geslagen
en ik moet heengaan,
vergezel mij dan, Heer Jezus Christus,
laat uw hulp mij niet verlaten.
Aan het eind van mijn leven
leg ik mijn ziel in uw handen,
u zal die veilig bewaren!

Omdat u van de dood bent opgestaan,                
zal ik niet in het graf blijven.                      
Uw hemelvaart is mijn grootste troost,
en kan mijn angst voor de dood verjagen.
Want waar u bent, daar zal ik komen,                   
zodat ik voortdurend bij u leef en ben.                  
Daarom ga ik met vreugde heen.

Zo ga ik naar Jezus Christus toe,
ik strek mijn armen naar hem uit.
Ik val in slaap en rust zacht,
geen mens kan mijn wakker maken,
want Jezus Christus, Gods zoon,
die zal de hemelpoort open doen,
en ons naar het eeuwige leven leiden.

vertaling © Ria van Hengel

Credits

  • Publicatiedatum
    16 februari 2023
  • Opnamedatum
    11 mei 2021
  • Locatie
    Waalse Kerk, Amsterdam
  • Sopraan
    Bethany Shepherd
  • Alt
    Oscar Verhaar
  • Tenor
    Jasper Dijkstra
  • Bas
    Jaap van der Wel
  • Cello
    Carlos Leal
  • Traverso
    David Westcombe
  • Klavecimbel
    Masako Awaji
  • Regie
    Bas Wielenga
  • Muziekopname
    Guido Tichelman, Bastiaan Kuijt
  • Audiomontage en -mix
    Guido Tichelman
  • Camera en licht
    Onno van Ameijde, Rieks Soepenberg
  • Assistent audioregie
    Marloes Biermans
  • Productie concert
    Hilde Van Ruymbeke
  • Productie opname
    Jessie Verbrugh

Help ons All of Bach te voltooien

Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!