Ich will den Kreuzstab gerne tragen

Ich will den Kreuzstab gerne tragen

BWV 56 uitgevoerd door de Nederlandse Bachvereniging
onder leiding van Fabio Bonizzoni
Waalse Kerk, Amsterdam

  • Menu
  • 1. Ich will den Kreuzstab (Arie)
  • 2. Mein Wandel auf der Welt (Rezitativ)
  • 3. Endlich (Arie)
  • 4. Ich stehe fertig und bereit (Rezitativ)
  • 5. Komm, o Tod (Choral)

Achter de muziek

Verhaal
Verhaal
Achtergrondvideo's
Achtergrondvideo's
Teksten
Teksten
Credits
Credits

Augenmusik

Tekst illustreren kan op veel manieren. Meestal gebeurt het hoorbaar, soms moet je de partituur ook echt zien

Dit is een van de weinige cantates die Bach zelf ook zo noemde; op de partituur schreef hij ‘Cantata a Voce Sola e Stromenti’. En dat terwijl het eigenlijk geen echte solocantate is – aan het eind zingen vier zangers één van Bachs mooiste koralen. Wel speelt de bas duidelijk de hoofdrol. De lastige solopartij schreef Bach wellicht voor de rechtenstudent Johann Christoph Samuel Lipsius, voor wie hij later de cantate Ich habe genung componeerde.

De tekst – van een onbekende schrijver – is heel beeldend. Hij vergelijkt de moeilijkheden in het leven met het dragen van een kruis en een vaartocht over woest water. Een kolfje naar Bachs hand. Hij voorzag de tekst van passende muziek, waarbij je soms niet alleen je oren nodig hebt, maar ook je ogen. De eerste aria begint bijvoorbeeld met een stijgend motief, alsof de zanger het kruis daadwerkelijk oppakt. Maar er zit een addertje onder het gras. Precies op de eerste lettergreep van het woord ‘Kreuzstab’ wijkt Bach af van het in eerste instantie gemakkelijk zingbare lijntje. Ineens staat er een cis (een noot met een kruis als voorteken)  die je niet zou verwachten – echte ‘Augenmusik’, zeker omdat Bach het woord ‘Kreuzstab’ ook nog schreef als ‘Xstab’.

Het beeld van het schip op woeste zee onderstreept Bach met een golvende cellopartij, die tot rust komt als ook de golven bedaren. Dan volgt een opgewekte aria, eigenlijk een duet tussen hobo en bas, waaruit de zekerheid spreekt dat het lijden eens voorbij zal zijn. De lijnen zijn hier lang en virtuoos – voordat het juk wordt afgenomen is een lange adem nodig. Vóór het eenvoudige maar perfecte slotkoraal komt de clou van de eerste aria nog eens terug: “Da [in het beloofde land] leg ich den Kummer auf einmal ins Grab, da wischt mir die Tränen mein Heiland selbst ab.”

BWV
56
Titel
Ich will den Kreuzstab gerne tragen
Instrument
bas
Genre
cantates
Jaartal
1726
Stad
Leipzig
Tekstdichter
onbekend
Bestemming
negentiende zondag na Trinitatis
Eerste uitvoering
27 oktober 1726

Achtergrondvideo's

Dirigent Fabio Bonizzoni

“Dirigent Fabio Bonizzoni vindt het koraal in deze cantate van een ongelooflijke schoonheid. “Ook al gaat het om weinig noten, ik kan me bijna niets mooiers voorstellen.”

Teksten

Origineel

1. Arie (Bass)
Ich will den Kreuzstab gerne tragen,
er kömmt von Gottes lieber Hand,
der führet mich nach meinen Plagen
zu Gott, in das gelobte Land.
Da leg ich den Kummer auf einmal ins Grab,
da wischt mir die Tränen
mein Heiland selbst ab.

2. Rezitativ (Bass)
Mein Wandel auf der Welt
ist einer Schiffahrt gleich:
betrübnis, Kreuz und Not
sind Wellen, welche mich bedecken
und auf den Tod mich täglich schrecken;
mein Anker aber, der mich hält,
ist die Barmherzigkeit,
womit mein Gott mich oft erfreut.
Der rufet so zu mir: ich bin bei dir,
ich will dich nicht verlassen noch versäumen!
Und wenn das wütenvolle Schäumen sein Ende hat,
so tret ich aus dem Schiff in meine Stadt,
die ist das Himmelreich,
wohin ich mit den Frommen
aus vielem Trübsal werde kommen.

3. Arie (Bass)
Endlich, endlich wird mein Joch
wieder von mir weichen müssen.
Da krieg ich in dem Herren Kraft,
da hab ich Adlers Eigenschaft,
da fahr ich auf von dieser Erden
und laufe sonder matt zu werden.
O gescheh es heute noch!

4. Rezitativ (Bass)
Ich stehe fertig und bereit,
das Erbe meiner Seligkeit
mit Sehnen und Verlangen
von Jesus Händen zu empfangen.
Wie wohl wird mir geschehn,
wenn ich den Port der Ruhe werde sehn.
Da leg ich den Kummer auf einmal ins Grab,
da wischt mir die Tränen
mein Heiland selbst ab.

5. Choral
Komm, o Tod, du Schlafes Bruder,
komm und führe mich nur fort;
löse meines Schiffleins Ruder,
bringe mich an sichern Port!
Es mag, wer da will, dich scheuen,
du kannst mich vielmehr erfreuen;
denn durch dich komm ich herein
zu dem schönsten Jesulein.

Vertaling

1. Aria (bas)
Ik wil de kruisstaf graag dragen,
hij komt uit Gods liefdevolle hand.
Hij brengt mij na mijn kwellingen
naar God in het beloofde land.
Dan leg ik al mijn verdriet in het graf,
dan wist mijn Heiland zelf
mijn tranen af.

2. Recitatief (bas)
Mijn tocht over de wereld
lijkt op de reis van een schip:
droefheid, kruis en nood
zijn golven die over mij heen slaan
en mij elke dag doodsbang maken;
maar mijn anker, dat mij vasthoudt,
is de barmhartigheid
waarmee mijn God mij vaak verblijdt.
Hij roept mij toe: ik ben bij je,
ik zal je niet verlaten en niet ver van je blijven!
En als het woeste schuimen voorbij is,
dan verlaat ik het schip en ga ik naar mijn stad,
die het hemelrijk is,
waar ik met de vromen
na veel ellende binnen zal gaan.

3. Aria (bas)
Eindelijk, eindelijk zal mijn juk
weer van mij af moeten vallen.
Dan krijg ik kracht in de Heer,
dan lijk ik wel een adelaar,
dan stijg ik op van deze aarde
en ren ik zonder moe te worden.
O, gebeurde het maar vandaag nog!

4. Recitatief (bas)
Ik ben gereed en bereid
om de erfenis van mijn zaligheid
met smachten en verlangen
uit Jezus' handen te ontvangen.
Wat zal ik blij zijn
als ik de haven van de rust zie.
Dan leg ik al mijn verdriet in het graf,
dan wist mijn Heiland zelf
mijn tranen af.

5. Koraal
Kom, o dood, broer van de slaap,
kom en neem me mee;
maak het roer van mijn scheepje los,
breng me naar een veilige haven.
Wie dat wil mag bang voor je zijn,
mij kun je juist blij maken,
want door jou kom ik binnen
bij mijn wondermooie Jezus.

vertaling © Ria van Hengel

Credits

  • Publicatiedatum
    1 mei 2015
  • Opnamedatum
    17 januari 2015
  • Locatie
    Waalse Kerk, Amsterdam
  • Dirigent en orgel
    Fabio Bonizzoni
  • Bas
    Matthias Winckhler
  • Sopraan
    Maria Keohane
  • Alt
    Barnabás Hegyi
  • Tenor
    Robert Buckland
  • Viool 1
    Shunske Sato, Pieter Affourtit, Anneke van Haaften
  • Viool 2
    Sayuri Yamagata, Paulien Kostense, Annelies van der Vegt
  • Altviool
    Staas Swierstra, Jan Willem Vis
  • Cello
    Lucia Swarts, Richte van der Meer
  • Contrabas
    Robert Franenberg
  • Hobo
    Martin Stadler, Peter Frankenberg, Yongcheon Shin
  • Fagot
    Benny Aghassi
  • Groot orgel
    Leo van Doeselaar
  • Productie concert
    Erik van Lith, Marco Meijdam
  • Productie
    Frank van der Weij
  • Cameraregie
    Joost Honselaar
  • Director of photography
    Simon Aarden
  • Camera
    Simon Aarden, Ruben van den Broeke, Jorrit Garretsen, Benjamin Sparschuh, Indy Hamid
  • Montage
    Joost Honselaar
  • Muziekopname
    Leo de Klerk
  • Licht
    Zen Bloot
  • Productie-assistentie
    Zoë de Wilde
  • Partituurcoaching
    Niek Wijns
  • Make up
    Marloes Bovenlander, Jamila el Bouch
  • Camera-assistent
    Izak de Dreu
  • Licht-assistent
    Jur Oster
  • Geluids-assistenten
    Jaap Firet, Jaap van Stenis, Bobby Verbakel
  • Muziekmontage en –mixage
    Leo de Klerk, Frank van der Weij
  • Muziekmontage en –mixage assistent
    Nina Kraszewska
  • Kleurcorrectie
    Jef Grosfeld
  • Interview
    Gijs Besseling, Kasper Koudenburg
  • Met dank aan
    Nienke Meuleman

Help ons All of Bach te voltooien

Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!