Das Wohltemperirte Clavier II nr. 12 in f klein

Das Wohltemperirte Clavier II nr. 12 in f klein

BWV 881 uitgevoerd door Christine Schornsheim
in Metaal Kathedraal, Utrecht

  • Menu
  • 1. Prelude
  • 2. Fuga

Achter de muziek

Verhaal
Verhaal
Achtergrondvideo's
Achtergrondvideo's
Credits
Credits

Galante eenvoud

Simpele constructies en moderne ideeën, mét Bachs unieke touch

In Bachs tijd lag tussen Leipzig en Berlijn behalve bijna tweehonderd kilometer - een reis die tot wel drie dagen kon duren - ook een muzikaal-stilistische kloof. Terwijl Bach in Saksen de barok maar niet kon loslaten (en de stijl tot een ultiem hoogtepunt dreef) claimde de Pruisische hoofdstad trots de titel van op en top modern, met Verlichtingsvorst Frederik II de Grote als cheerleader. Althans, zo is vaak samenvattend te lezen. De werkelijkheid lijkt echter genuanceerder. Hoewel Bach inderdaad het erfgoed van zijn voorgangers en leermeesters koesterde en evenaarde, was hij van de muzikale ontwikkelingen elders prima op de hoogte, alleen al door de successen van zijn componerende zoons te volgen. Zeker in het tweede Wohltemperirte Clavier sijpelen elementen van de Berlijnse galanterie geregeld binnen. En nergens zo duidelijk als in deze prelude en fuga.

Als galanten moesten kiezen, dan liever een zingbare melodie dan het complexe stemmenweefsel van hun barokke vaders. Liever klare taal dan oorbedrog – behalve dan om luisteraars eens een prettige schok toe te dienen. In deze prelude combineert Bach het allemaal: in de eerste acht maten horen we met zuchtende achtsten en daarna tintelende zestiende nootjes zowel galante als barokke ideeën, later elegant gecombineerd. In de tweede helft klinkt zelfs een melodische flard, en net voor het slot komt de vloeiende beweging abrupt tot stilstand op twee volle akkoorden.

In de fuga gaat Bach spaarzaam te werk. Het bourrée-vormige thema, dat voortdurend goed hoorbaar blijft, staat eigenlijk maar één modulatie toe: van de grondtoon naar de dominant (en weer terug in het antwoord). Zeer opvallend is Bachs gebruik van parallelle tertsen en sexten, dezelfde toonafstanden als de ‘zuchten’ in de prelude - een vast ingrediënt van de galante muziek. Deze fuga staat bekend als nogal uniek in Bachs oeuvre. In 1782 omschreef componist Johann Friedrich Reichardt het werk zelfs als een soort elegie op een vervlogen stijl, een expressie van de ‘diepste, zoetste gevoelens van verdriet’.

WTC II
Bachs eerste boek met Preludes en fuga’s in alle toonsoorten namen we op bij 24 verschillende spelers thuis. Voor dit tweede deel, geheel uitgevoerd door Christine Schornsheim, kozen we 12 heel verschillende Utrechtse locaties, om de 900ste verjaardag van onze thuisstad te vieren.

Das Wohltemperirte Clavier, BWV 846-893
48 klavierstukken in alle 24 toonsoorten: dat was het soort uitdaging waar Bach van genoot. In elk van de twee delen van het Wohltemperirte Clavier bracht hij 24 keer het muzikale koppel prelude en fuga samen, twaalf in mineur, twaalf in majeur. In de preludes liet hij zijn fantasie de vrije loop, om in de fuga’s zijn mathematische hoogstandjes te verrichten. In tegenstelling tot de ijzeren discipline waarmee Bach zich voor zijn kerkelijke composities moest inzetten, kon hij zich hier overgeven aan intellectuele Spielerei zonder klemmende deadlines.

Het eerste deel van het Wohltemperirte Clavier stamt uit 1722, maar bevat muziek die deels al in de vijf jaar daarvoor werd geschreven. De ontstaansgeschiedenis van deel twee is minder helder: pas rond 1740 stelde hij dit tweede manuscript samen, maar opnieuw dateert een deel van de erin opgenomen preludes en fuga’s uit een veel eerdere periode. De doelgroep van deze verzameling stukken omschreef Bach zelf als volgt: ‘Zum Nutzen und Gebrauch der Lehr-begierigen Musicalischen Jugend, als auch dere in diesem studio schon habil seyenden besonderem ZeitVertreib.’ (‘Zowel ter lering van de ijverige muzikale jeugd als ter vermaak van de in deze materie al onderlegden.’)

BWV
881
Titel
Prelude en fuga in f klein
Bijnaam
nr. 12 uit Das Wohltemperirte Clavier II
Instrument
klavecimbel
Genre
klavierwerken
Serie
Das Wohltemperirte Clavier II
Jaartal
ca. 1742
Stad
Leipzig

Achtergrondvideo's

Klavecinist Christine Schornsheim over het Wohltemperirte Clavier II

“Het instuderen van het Wohltemperirte Clavier en misschien vooral het tweede boek was een moeizame maar heilzame opgave.”

Teksten

Origineel

Vertaling

Credits

  • Publicatiedatum
    26 januari 2023
  • Opnamedatum
    23 september 2022
  • Locatie
    Metaal Kathedraal, Utrecht
  • Klavecinist
    Christine Schornsheim
  • Klavecimbel
    Bruce Kennedy, 1989 naar Michael Mietke
  • Regie, camera en licht
    Gijs Besseling
  • Muziekopname
    Guido Tichelman, Pim van der Lee
  • Audiomontage- en mix
    Guido Tichelman
  • Camera, licht
    Danny Noordanus
  • Datahandling
    Stefan Ebels, Brechtje van Riel
  • Assistent audioregie
    Marloes Biermans
  • Producent
    Marieke de Blaay

Help ons All of Bach te voltooien

Een groot deel moet nog opgenomen worden voordat het gehele oeuvre van Bach online staat. Dit redden we niet zonder financiële steun van donateurs. Help ons de muzikale nalatenschap van Bach te voltooien en steun ons met een gift!